Mijn hoeven zijn dan weliswaar gespleten,
maar omdat ik mijn voedsel niet herkauw,
mag geen gelovig mens mijn lichaam eten.
Daarbij, ik heb te veel in drek gezeten.
Zo’n modder wroetend beest, wie eet dat nou?

Dus hoor ik tot de kaste der onreinen.
De ark bevat daarvan één paar, niet meer.
Het is wel zielig voor de andere zwijnen,
die zullen van de aardbodem verdwijnen,
maar met mijn zeug ben ik een blije beer.

De reine beesten zijn met zeven paren.
Veel runderen en schapen heb je hier.
Dat heeft bij nader inzien veel bezwaren:
de rammen willen met één ooi slechts paren.
en zeven koeien vechten om één stier.

Ik lig hier met de moeder aller zeugen.
Ze ligt wellustig bij haar liefste beer.
Die onverwachte boottocht zal ons heugen:
we houden van elkaar met volle teugen
en als het even kan gaan we tekeer.

In onze tweezaamheid drijft niemand wiggen,
maar Noach haalt ons dikwijls uit elkaar.
Zijn ark is veel te klein voor extra biggen.
Dus zegt hij dat wij rustig moeten liggen,
maar daar staat onze varkenskop niet naar.

De nieuwe wereld kent nog geen gezinnen
behalve ons, de trotse pap en mam.
Wij wroeters zijn gereed om te ontginnen.
De drooggevallen aarde laat ons binnen.
Droog stonden ook de stier, de bok, de ram.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Vrijdag de dertiende

Een hartelijk meisje, mijn nichtje Sofie
Haar leven is moeilijk gezien haar fobie
Haar bed uit te moeten dat maakt haar zo bang
Dus blijft ze maar liggen de hele dag lang

De kwaal is bekend in de psychologie
Als Paraskedivekatriafobie

Ze doet dus geen donder, mijn nichtje Sofie
-Het schaadt ongetwijfeld haar economie-
Door angst die op Fietje belemmerend werkt
Door angst die haar bezigzijn ernstig beperkt

Dat komt, zeggen lui in de psychologie
Door Paraskedivekatriafobie

Maar als ik de naam noem van nichtje Sofie
Roept iedereen balend en gruwend; “O díé !
Die meid doet maar niks en dat ligt maar in bed
Ze eet en ze wordt als een walvis zo vet”

“De schuld”, zegt haar boek over psychologie
“ Is Paraskedivekatriafobie”

Ik ging op bezoek bij mijn nichtje Sofie
We dronken een borrel, het werd ‘s nachts halfdrie
Ik dronk veel te veel met mijn oerstomme kop
De andere dag moest ik ook nog vroeg op!
Ik belde bij thuiskomst meteen maar mijn baas;
Het is een familiekwaal, baas, maar helaas

Dat staat in mijn boek over psychologie
‘t Is Paraskedivekatriafobie