De pee in


Zeg, doe eens niet zo nukkig
Dit plekje lijkt me fijn
En prijs je maar gelukkig
Dat hier geen leeuwen zijn

Ach krijg het heen en weer, man
Hier komt toch nooit een leeuw
En evenmin een veerman
Die voer hier haast een eeuw

Hij stroomt toch schilderachtig
Die machtige rivier
De and’re kant is prachtig
En deze hier is hier

Jij deed de APK niet
Wij hoorden krak, krak, krak
Want omdat jij dat naliet
Brak de versnellingsbak

Let ook eens op de fauna
Daar loopt een adelaar
Ik heb het tegen jou, ja
Hoe suffend sta je daar

We moeten nu maar hopen
In Omsk te zijn met kerst
Straks moeten we nog lopen
Een kleine honderd werst

Doe jij toch niet zo duf nou
Straks geef ik je een haal
En dan ben jij de juffrouw
Die ligt in ’t trapportaal

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De poeët

Schept uit een wolk een sok
van God. Hij ziet de zon
als grote ploert, de maan als stuk
meloen en tijd als zee van zand
waarin hij zelf ontregeld strandt.

De dichter is ook wel een koe
loeiend van gezwollen vragen,
grazend in gevoelig gras
maar in zijn hart wou hij nog steeds
dat hij twee hondjes was.

Talend naar clichés in spe
speelt hij zoetjes in zijn eigen
hutje of hermetische paleis.
Zijn rede geeft de zekerheid
te schrijven voor de eeuwigheid.

In die staat van veel genade
legt hij daags een inktvers vers,
soms ongerijmd, soms rijm erin.
En zo vermaakt hij zich en ons
en spelt gewoon zijn eigen zin –