Foto: CreativeCommons
We zijn de laatste tijd niet zo mobiel.
De lege wegen en verlaten sporen
zijn niet in staat zich nog te laten horen.
De stilte is een weldaad voor de ziel.
Ondanks die ene Audi op de dreef
proef ik de diepe rust en denk: Ik leef!
De lucht is deze dagen hemelsblauw,
voor ’t eerst in jaren zonder hemelstrepen.
Het virus heeft hier krachtig ingegrepen
en houdt graffiti weg van Gods gebouw.
Die aanblik zorgt dat ik een beetje zweef
en met mijn hoofd hoog in de wolken leef.
Ik ben niet langer welkom op kantoor.
In plaats van het gezwets in de kantoortuin
hoor ik de mezen zingen in de voortuin.
Een nieuw gevoel: nu werk ik lekker door
en vind waar ik al veel te lang naar streef,
een eigen stekkie waar ik werk én leef.
Voorlopig geen sociale drukdrukdruk,
al wordt er soms wel aan mijn rust gemorreld.
Nu moet zo nodig virtueel geborreld.
Het doet maar weinig met mijn pril geluk.
Ik zet mijn camera een beetje scheef.
Men kletst wel door terwijl ik verder leef.
Natuurlijk schrik ik ook van wat ik lees:
het dodental, kortademige zieken,
de dagelijkse portie statistieken,
de dreigende tekorten op IC’s.
Toch zorgt dat niet dat ik van doodsangst beef.
Dit is veeleer de tijd van: Yes! Ik leef!