Marinus is een rijke man.
Hij heeft zo’n attitude van:
Wat moet je nou? Ik lust je rauw!
Hij speelt met liefde de tiran.
Johanna is een mooie vrouw.
Haar glimlach zegt: ik hou van jou.
Haar hersenpan verbergt een plan
om rijk te worden en wel gauw.
Hij ziet haar en hij staat versteld:
zo fraai gerokt! Zijn adem stokt.
Zijn hart maar ook zijn argwaan smelt.
Ze heeft hem in de val gelokt.
Ze krijgt wat telt: haast al zijn geld.
Voor één keer heeft hij misgegokt.