Wie jaartallen in stukjes knipt ziet af en toe een wonder.
Dit jaar is het bijvoorbeeld vijfenveertig keer zichzelf.
Voor wie zich afvraagt: "Is zoiets nou werkelijk bijzonder?":
haast negentig jaar terug was het kwadraat van vier keer elf.
Negentien-zesendertig is nog vóór de oorlogsjaren.
Het aantal mensen dat er toen én nu was, is gering.
In eenentwintig-zestien kan men het opnieuw ervaren.
Wie dat nog mee zal maken is vandaag een zuigeling.
Zo’n jaartal vol bijzonderheden is toch onversmaadbaar,
dus koester twintig-vijfentwintig, koester het kwadraatjaar.