Het winternummer van KortVerhaal (voorheen De Tweede Ronde) is uit, met een keur aan verhalen van schrijvers uit binnen- en buitenland. Het is een Dierennummer en je vindt dan ook een verhaal van Hugo Brandt Corstius die zich inleeft in een gier (en iedereen die hem wel eens met wapperende regenjas van de fiets heeft zien springen begrijpt dat dit moeiteloos ging), een verhaal over hondse liefde van Arnon Grunberg met een slot dat tot nadenken stemt en een zoals altijd uit voetnoten en vele weetjes samengestelde verhandeling van Atte Jongstra over de vergelijking van het communicatievermogen van paard en hond (even een weetje voor Atte: hij 'vertaalt' een stukje uit het Duits dat zo begint: "Mevrouw Professor Doctor is een vrouwentimmer met lastige vragen". Het is hem blijkbaar niet bekend dat 'vrouwentimmer' in het Nederlands wel degelijk voorkomt: Vondel gebruikte het al in de betekenis van 'harem' en hij zal voor 'Frauenzimmer' iets anders moeten bedenken).
Het winternummer is in de voortzetting van de de Tweede Ronde-traditie rijk gevuld met light verse en het doet ons genoegen dat dit practisch allemaal Vrijeversmedewerkers zijn.
Niet alleen werk van de redactieleden Peter Knipmeijer en Jaap van den Born, maar ook Frits Criens, Judy Elfferich (uiteraard met een Schaap Veronica), Drs. P, Peter Nieuwint en Patty Scholten schitteren door aanwezigheid. Daarnaast is het verheugend dat ook Simon Knepper weer van zich laat horen.
Een blij bezit voor de lange winteravonden.