Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten, door Marc van Oostendorp.
Voor deel 81 klik hier.
‘Waarom blijf je gewoon niet lekker hier?’
Sprak Willem V tot zijn vertoornde vrouw
‘Waarom zou je je nou zo op gaan winden?
Canaille, plebs, janhagel en het grauw
En kezenvolk; dus ons niet welgezinden
Zijn buiten in de polder op de been’
‘Nee; ik wil pér se naar mijn Haagse vrinden
En laat me niet weerhouden door ‘t gemeen!’
Ze stapte bitter in haar janplezier
Maar Willem V was dit keer niet abuis:
Ze kwam maar tot Goejanverwellesluis
Enkele tientallen jaren geleden kon iedere Nederlander dit verhaal vertellen: het behoorde bij de geschiedeniscanon. Er is nu een nieuwe generatie, die van dit verhaal totaal onkundig is, door gebrek aan onderwijs in ons onderwijs.
Wat jammer is, vanwege dat prachtige ‘Goejanverwellesluis’ (waardoor het bij ollekebollekeliefhebbers overigens wél voortleeft).
Je deelt nu dus een Vaderlands Geschiedenisfeit met hele oude Nederlanders en kunt in elk woonzorgcentrum de blits maken.
Wat kezen zijn? Dat was de spotnaam die Oranjegezinden aan de Patriotten gaven.
(Uit De canon van Nederland, uitgeverij Liverse)