Men schrapt me, hoop ik, tijdig uit de boeken
alvorens ik van aardig welbespraakt
verander in een man die kreten slaakt
en in te lang gedragen onderbroeken

wanhopig naar de uitgang loopt te zoeken.
Zo iemand die door camera's bewaakt
de wereld in zijn hoofd steeds kleiner maakt
en ergens in een hoekje zit te vloeken.

Dus schrijf ik dit sonnet als testament
als wapen om die toekomst te bestrijden
tenminste als u mij ter wille bent;

beloof me lezer, als u van ons beiden
als enige de schrijver nog herkent
hem zachtjes van het leven te bevrijden.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Gebedje

Ach, voor mij geen doornenkroon
hadt ge hoeven dragen, Heer
Zet u liever weer gewoon
bij uw leerlingen terneer

waar van wingerdschaduw koelte
hoedt uw voorhoofd voor de zoelte
van woestijnen
en waar kleine
kinderen zijn om mee te spelen
mocht het leren u vervelen

Kunt ge het niet overdoen?
Uit uw hoge hemelhuis
doodbliksemen dat gespuis
dat u nagelde aan ’t kruis
en weer, wandelend zoals toen
hier en daar een wonder doen?

Hadt ge ’t onverdiende lijden
Heer, niet beter kunnen mijden?
Echt, het had voor ons soort boeven
niet gehoeven
Heer

Had niet, dwarrelend door de eeuwen
’t troostend woord zacht kunnen sneeuwen
evenzeer?