Soms ligt de rol van opvoeder me slecht, bezweer ik kinderangst en enge dromen door uit te leggen dat ze hier nooit komen: Die mannen met geweren zijn niet echt.
Ga nou maar lekker spelen in de zon, misschien vind je een nieuwe Pokémon.
Ik tenniste een tijd bloedfanatiek,
een tennisarm kwam toen als onheilsbode.
Daarna moest, na een voetbalperiode,
ik met een voetbalknie naar de kliniek.
Die tennisarm en voetbalknie zijn weg,
maar dat mijn wipneus blijft, is domme pech.