Ooit bonsde vol onstuitbaarheid
Zijn jongenshart voor haar
Nu ziet hij echter tot zijn spijt
Een forse zoutpilaar
Lang leve Bredero
Schilder toneelschrijver
Boertige dichtervorst
Heeft goed geboerd
Jammer alleen van die
Anagrammatische
Tragipotsierlijke
Bijklank: beroerd!