Daan de Ligt (Den Haag, 1953) debuteerde in 2003 met de bundel Vijftig, geschreven ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag.
In deze in eigen beheer uitgegeven bundel was een aantal Haagse stadsgedichten opgenomen.
De redactie van de Haagsche Courant (nu AD Haagsche Courant) kreeg de bundel onder ogen en verzocht Daan de Ligt om voor de krant 25 stadsgedichten te schrijven.
Het werden uiteindelijk 250 stadsgedichten die tussen 2003 en 2010 in de krant werden gepubliceerd.

Na de bundel Vijftig volgden de bundels Den Haag in gedichten en stadsgezichten (Valerius Pers, 2006) en Vlammende Gedichten (Liverse,  2007).
Daarna werden bundels in eigen beheer uitgegeven. Eén van die bundels - Oude Nozem - werd inmiddels al meer dan 4000 keer als e-book gedownload. Ook hier op Het vrije vers kun je hem vinden bij de e-books.

Daan de Ligt heeft een reputatie opgebouwd als schrijver van light verse, maar is een van die dichters die in zijn onderwerpkeuzes en beeldend, krachtig en evocatief taalgebruik bewijst dat de grens tussen light verse en ‘Poëzie’ maar al te vaak denkbeeldig blijkt. Een excuus om deze bundel niet aan te schaffen bestaat dan ook niet.
Rechtstreeks bestellen kan hier

Daan de Ligt: Voldaan, Uitgeverij Liverse, Dordrecht
ISBN 978-94-91034-45-9
Paperback - 116 blz. - € 14.95

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Een dagje naar het strand

drukstrand
WikiMediaCommons
 
Het witte wintervel is voor de zon
Een lustoord om eens lekker in te branden
De slachtoffers zijn overal voorhanden
De tuin, het park, de plas of het balkon
 
U spoedt zich richting kust en wil naar zee
Bepakt met huisraad, windscherm, zonnepetten
Genieten, nu eens niks te internetten
Vroeg op dan zit de file misschien mee
 
Dat valt de eerste uren toch wat tegen
De achterbank zeurt hevig aan uw kop
De kinderliedjes zijn een beetje op
En wanneer of ze nu een ijsje kregen
 
U maant het kroost eerst kalmpjes tot geduld
Dat heeft niet de gewenste resultaten
Ook dreigementen mogen niet meer baten
Dan zegt de oudste: 'Pa is uitgeluld'
 
Dat brengt u in een staat van razernij
In één beweging draait u zich half om
Uw schouder schiet een stukje uit de kom
En bovendien kunt u er net niet bij
 
'Nou heb je dus je zin', zegt dan uw vrouw
'We hadden met de stoptrein kunnen gaan
Ik had hier niet voor joker hoeven staan
Als jij niet altijd met die auto wou'
 
Een weerwoord is dan zomaar uitgelokt
En in de opgevlamde consternatie
Ontstaat een helder beeld van de relatie
Een laatste sneer voordat de bonje stokt
 
De middag is al voor een deel voorbij
Als u besluit om wild te gaan parkeren
Dan is het nog een goed half uur marcheren
'We zijn er', zucht u, 'bijna, volgens mij'
 
Een moe gezin sjokt door het rulle zand
Te heet is het om verder nog te klagen
U moet de kleinste in uw armen dragen
De koeltas en de stoeltjes aan uw hand
 
Een vrije plek, wel anderhalve meter
Men richt zich rondom op in stil verweer:
'Sie wollen sich hier setzen'?..'Bitte sehr'
'Nein danke', zegt u, 'weiter ist es beter'
 
De dag verloopt geheel zoals verwacht
Al is er hier en daar een incidentje
En zoekt men uren naar het jongste ventje
Uw vrouw slaakt daarop menig jammerklacht
 
Dus is er minder aandacht voor het smeren
Dat heeft zijn weerslag op de kinderhuid
Die ziet er na een tijdje niet goed uit
Dat dwingt u om voortijdig terug te keren
 
Daar staat de auto, eindelijk, gered!
Met zand tussen de billen en de tenen
En ieder op zijn allerlaatste benen
Ziet u de wielklem die er is gezet
 
En thuis laat zich de afloop wel voorspellen
Doorwaakte nachten, jeuken, rood, vervellen
Wat kan de lezer van dit versje leren?
De mens is niet geschikt om te flamberen*
 
 
*) De slotregel is van Bart Adjudant