Van versvormen is hij de architect:
rondel, kwatrijn, onzijn, spicht, villanelle.
Zijn rijm en metrum zijn altijd perfect.
Ik leerde veel van hem. Zijn intellect
verdeed hij niet aan scriptie of novelle:
van versvormen is hij de architect.
Hij blaast negentig kaarsjes uit: - respect!-
en wenst zich een Gazelle, liefst een snelle.
Zijn rijm en metrum zijn altijd perfect.
Spitsvondig is hij, hoffelijk, correct,
citeert van Paaltjes elke immortelle.
Van versvormen is híj de architect.
Aristocratisch en steeds opgewekt
blijft hij wellevend, heeft niet van dat felle.
Ook rijm en metrum zijn altijd perfect.
Light-versedichters worden nooit afgebekt:
hij helpt ze juist met ritme en met spelle.
Van versvormen is hij de architect,
zijn rijm en metrum zijn altijd perfect.