
Flickr.com
Het schijnt dat ik deel uitmaak van een geslacht dat
Ooit bovennatuurlijke magische kracht had
Voor sceptische lezers verklaar ik mij nader:
Mijn voorouder was een betovergrootvader
Ik was die nacht de schapen aan het tellen
Het waren er, zoals gewoonlijk, vijf
Ze lagen bij de cederboom te slapen
Het sneeuwde en de kou trok in mijn lijf
Dus ik ging even nieuwe takken rapen
Voor op het kampvuur waar ik graag bij zit
Daar hoorde ik die jengelende knapen:
Zo'n engelboyband met hun nieuwste hit
Ik riep mijn maten en er kwamen rellen
Ze hadden graag de nacht wat opgeleukt
We hebben ze compleet naar God gebeukt