Klooster

 

Geruisloos kom ik aan, zie hoe ik waardig schrijd
Met afgemeten pas, in wollig, bruin habijt
De wereld is ver weg, een wereld die ik mijd
Een wereld vol van zorg en geestelijke strijd
Waarvan ik, God zij dank, hierbinnen ben bevrijd
Hier heerst een kalme rust, geen afgunst en geen nijd
Ik kniel devoot terneer, ik bid en boet en wijd
Mijn tijd aan God de Heer; de mij gegeven tijd
Die hier afwezig lijkt en nutteloos verglijdt

 

 

Daar zijn we dan. Afrika. Reusachtig continent met vast een hoop poëzie. Eerst door de woestijn sjokken om de Arabische poëzie te vermijden, daar hebben we niets aan door het onmogelijk in onze taal toe te passen metrum. En het in onze taal onmogelijke monorijm. Al kennen we natuurlijk allemaal het afwijkende Perzisch kwatrijn.
Omdat de gidsen onbetrouwbaar blijken, het zal wel weer eens niet, zitten we tot mijn verrassing opeens in Ethiopië, een flink eind uit de route.
Maar dat komt wel goed uit, want dan is de cultuurschok minder groot.
Ethiopië is christelijk en bij een christelijke kerk hoort kerkgezang.
De mawaddes is een oude Ethiopische liturgische vorm en bekend, want door de roomse kerk in Europa overgenomen, en wordt meestal gezongen na de vespers bij het eerste hanengekraai en voor de metten. In Ethiopië is hij echter ook doorgedrongen tot de seculiere wereld. Dat is de wereldse wereld.
Maar denk eraan; ook als seculiere vorm is een zekere verhevenheid van de inhoud een vereiste, geen profaniteiten dus!
Prima vorm voor de beginnende doe-het-zelver
 

9 regels, allemaal alexandrijnen (zesjambig, met een caesuur in het midden) en monorijm, dus aaaaaaaaa.

Simpel en maar goed ook, want wat is het hier warm.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Weerbarstig alfabet 1

Alfabet
Pixabay
 
Heimwee
 
Toen Alfa voor het eerst zijn Bet ontmoette,
Heeft hij haar lang met kennersblik aanschouwd.
En nog dezelfde dag deed hij zijn aanzoek
En nog dezelfde maand zijn zij getrouwd.
 
En waren samen letterlijk gelukkig
En hadden lief in letterlijke zin.
En Bet schonk na verloop van negen maanden
Het leven aan een vierentwintigling.
 
Dat was de aanvang van de overwinning
Van dit geletterd, kinderrijk geslacht
Dat duizendtallen dromen heeft geschapen,
Maar honderdduizenden heeft omgebracht,
 
Dat menige bibliotheek heeft volgelogen,
Dat dagelijks smaad schrijft in het ochtendblad,
Dat laster pleegt in duizend conversaties,
Dat roddelt op het land en in de stad.
 
En was de dichter niet ter hulp gekomen,
en wisten wij na alle laster niet
Dat wat in proza enkel maar kan liegen
Tot waarheid wordt gelouterd in een lied,
 
Wie zou dan niet de tijd terug begeren,
Toen Alfa vrijgezel was en haast stom?
Wie zou niet liever vreedzaam vegeteren
In een sereen analfabetendom?
 
 
Ter nagedachtenis aan Daan Zonderland   15-08-1909  - 05-08-1977 
Uit: Er zwom een garrnaal door het Kattegat - Uitg. Bert Bakker 2007