Klooster

 

Geruisloos kom ik aan, zie hoe ik waardig schrijd
Met afgemeten pas, in wollig, bruin habijt
De wereld is ver weg, een wereld die ik mijd
Een wereld vol van zorg en geestelijke strijd
Waarvan ik, God zij dank, hierbinnen ben bevrijd
Hier heerst een kalme rust, geen afgunst en geen nijd
Ik kniel devoot terneer, ik bid en boet en wijd
Mijn tijd aan God de Heer; de mij gegeven tijd
Die hier afwezig lijkt en nutteloos verglijdt

 

 

Daar zijn we dan. Afrika. Reusachtig continent met vast een hoop poëzie. Eerst door de woestijn sjokken om de Arabische poëzie te vermijden, daar hebben we niets aan door het onmogelijk in onze taal toe te passen metrum. En het in onze taal onmogelijke monorijm. Al kennen we natuurlijk allemaal het afwijkende Perzisch kwatrijn.
Omdat de gidsen onbetrouwbaar blijken, het zal wel weer eens niet, zitten we tot mijn verrassing opeens in Ethiopië, een flink eind uit de route.
Maar dat komt wel goed uit, want dan is de cultuurschok minder groot.
Ethiopië is christelijk en bij een christelijke kerk hoort kerkgezang.
De mawaddes is een oude Ethiopische liturgische vorm en bekend, want door de roomse kerk in Europa overgenomen, en wordt meestal gezongen na de vespers bij het eerste hanengekraai en voor de metten. In Ethiopië is hij echter ook doorgedrongen tot de seculiere wereld. Dat is de wereldse wereld.
Maar denk eraan; ook als seculiere vorm is een zekere verhevenheid van de inhoud een vereiste, geen profaniteiten dus!
Prima vorm voor de beginnende doe-het-zelver
 

9 regels, allemaal alexandrijnen (zesjambig, met een caesuur in het midden) en monorijm, dus aaaaaaaaa.

Simpel en maar goed ook, want wat is het hier warm.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Een dagje weg

Een dagje weg
Remko Koplamp

‘t Is zeven uur, we staan vandaag vroeg op
We gaan gezellig naar het plaatsje Schagen
Zo’n dagje uit, dat doen we wel eens meer
En daar we ook mijn schoonmama mee vragen
Plan ik na ieder drie kwartier een stop
’t Is anders te vermoeiend in één keer

Het is wellicht voor haar de laatste keer
Haar hoge leeftijd speelt al aardig op
Hoe lang nog? pleegt ze aldoor maar te vragen
Het antwoord hoort ze dikwijls niet eens meer
Maar goed, ons einddoel is vanmiddag Schagen
Met in het dorpje Bennebroek een stop

Ik denk verbaasd nog na die eerste stop
Het gaat wel heel voorspoedig deze keer
Tot oma roept: ‘ik hou het niet meer op’
En zij om het toilet begint te vragen
‘Oh, jongens, toe nou, vlug, ik kan niet meer
Ik kan beslist niet wachten tot in Schagen’

Het is nog één uur rijden tot aan Schagen
Dus hou ik bij een tankstation maar stop
Op dat moment gaat plots mijn vrouw te keer
Onze Tom Tom houdt er subiet mee op
Ik dien dus vanaf nu de weg te vragen
Die pompbediende weet waarschijnlijk meer

‘U moet rechtsaf en dan voorbij het meer
En dan linksaf, daar staat een bord met: Schagen
Alleen, die kant moet u nu net niet op
Want anders rijdt u mooi tegen de keer
U dient naar links tot aan 't verkeersbord: STOP
En daarvandaan moet u maar verder vragen’

‘Zo duidelijk, meneer, heeft u nog vragen?’
‘Nee, nee,’ ik luister al een tijd niet meer
Langzamerhand krijg ik genoeg van Schagen
En na zo’n twintig malen halt en stop
Met de verkeerde uitleg keer op keer
Is mijn geduld ten langen leste op

Ik ben het zat en hou dus op met vragen
Naar Schagen wil ik überhaupt niet meer
Ik stop ermee; ik keer, ik keer, ik keer!