Dichters, we lezen ze met droge ogen:
Een Pfeiffer, Nolens, Benders, Oosterhoff.
Waar zijn de tijden van het hartebloed?
De zielepijn, de traan en dat soort werk.
Waar de gezangen van het mededogen?
Verweij, Van Deyssel, Gorter, Kloos of Perk.
De litanieën, waar? Voorbij. Voorgoed.
Een zakdoek vangt vandaag nog enkel stof.

Het bloed werd gruis. De tranen werden glas.
Verlies en stukgaan voelt nu tweedehands.
Het leed werd leed van bordkarton. Te koop.
Deels nog als dagboeksmart. Van droefenis
Kwam grimas , gil en wrede pijn. (En masse,
Verdoezelt men nu weemoed en gemis.
Per stuk, zoals je wil. Azijn werd stroop.
En Vegter: Dichteres des Vaderlands

De dichter, heden, is een zonderling
Die weeklaagt in een martelend gekrijs.
Hij hangt de paljas uit voor zijn publiek
En speelt voor praktiserend psychiater.
Wat blijft: bezetenheid om één, één ding
Terwijl hij lamenteert in het theater.
De wonden die hij likt. En de muziek
Die klinkt bij het aanvaarden van een prijs

Met dank aan Gerrit Komrij

(Remko Koplamp is  Dichter des Vaderlands. Als zodanig is hij de opvolger van Ramsey Nasr die de functie vanaf 2009 vervulde. Ook Gerrit Komrij was eerder Dichter des Vaderlands)

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Bout-rimé De Dapperstraat



De zuster gaat mijn volle postoel legen
Voordat ik in de natte derrie land
Mijn wrakke lijf voelt als een natte krant
Een lekke darm: wat doet een mens ertegen

Ik ga zo langzaamaan steeds minder wegen
Zie visioenen van een waterkant
Waar oude ex-vriendinnen zwart omrand
In tranen rond de verse urn bewegen

Het leven loopt heel anders dan verwacht
Een stinkbacterie houdt zijn smoel verborgen
Totdat je voor de hoogste rechter staat

Wie dit niet regelmatig overdacht
Trakteer ik op een kipsateetje, morgen
Of broodjes rosbief in de Dapperstraat