
Wikimediacommons
Ik schreef wat in de sneltrein naar Breda
Een dame vond de drank geen goed idee
En noemde mij meteen 'poète maudit’
Al nam ze wel een glas van mijn bordeaux
Nog altijd ruik ik haar ‘Le Temps Perdu’
Zoiets gebeurt me vrijwel continu
Al schenk ik ook weleens een glas pinot
Of is het in een trein uit Krommenie
Pas als ik uitstap denk ik: jeminee
En ren die trein wanhopig achterna