Ik stond zojuist mijn blaas te legen
En bedacht me, vol van spijt:
Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan den tijd
Verloren zijn de prille wegen
En ik ben mijn leesbril kwijt
De vaste lasten zijn gestegen
En we zitten zonder meid
De vaste lasten zijn gestegen
Niets is zeker, slechts dit feit:
Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan den tijd
Ik moet nog naar de Jumbo toe
November geeft een hoop gedoe
Peter Knipmeijer
November geeft een hoop gedoe
Ik voel me vaak een man in nood
In bed lees ik dan Winnetou
Niet slapend denk ik aan de dood
In bed lees ik dan Winnetou
Hoe hij een mooie squaw volspoot
Was dat bij mij ook maar de clou
Een vrouw in bed, bij voorkeur bloot
Was dat bij mij ook maar de clou
Dat er iets vloeibaars mij ontvlood
In bed lees ik dan Winnetou
Niet slapend denk ik aan de dood
Mijn rechterhand is mij bekend
Ik noem hem stoer ‘Old Shatterhand’
Bas Jongenelen
Ik noem hem stoer 'Old Shatterhand,'
Maar welke vrouw wil dat nou horen?
Het leven heeft mij niet verwend
Het heeft zijn pracht en glans verloren
Het leven heeft mij niet verwend
Ik zwelg en noem het voorts folklore
maar, ach, het oeuvre is bekend.
Het klingt en klangt wel naar behoren
maar, ach, het oeuvre is bekend.
De tijd laat langzaam van zich horen.
Het leven heeft mij niet verwend:
Het heeft zijn pracht en glans verloren.
Wat moet een mens nog met zijn degen?
Ik stond zojuist mijn blaas te legen.
Martijn Neggers