Mijn vader verloor 's winters zijn verstand.
Als 't ijs op het kanaal was te vertrouwen
Bond hij meteen mijn schoenen met wat touwen
Aan ijzers met een houten bovenkant.
Je moet verdomme glijden en niet sjouwen
Riep hij me toe, maar ik bewoog onthand
En wankelde wat rond door niemandsland,
Een trage beer met ingepakte klauwen.
Als vroeg mislukte koudefront soldaat
Besloot ik toen voorgoed te deserteren,
Zo'n ijsvloer is een bodem van verraad.
Hoewel ook warme grond me tegen staat
Sinds ik ontdekte dat men trage beren
Leert dansen op een gloeiend hete plaat.