Ik weet nog niet of zij een valstrik spannen,
misschien mij naar verlegenheid verbannen
om een gedicht dat slechts een woordensnoer
terwijl in fijner schotels, ranker kannen
de poëzie verlokt tot proeven van een
geraffineerder maal (zoals de Cour
du Nord serveert, zegt Michelin). Ach wat...
wie weet gaat het wel andersom, zodat
de verzen niet proberen míj te vangen
maar dat ik hén verleid. Kom dichterbij,...
kom, luister naar mijn sprakeloos verlangen,
verzin een lied, ver-zin wat leeft in mij.