De Franse ballade wordt ook wel Rederijkersballade genoemd. De ballade bestaat uit drie strofen van 8 regels en een slotstrofe van vier regels. De laatste regel van elke strofe is hetzelfde, maar kleine afwijkingen zijn geoorloofd. In de eerste regel van de slotstrofe wordt traditioneel de Prince toegesproken, dat was de voorzitter van een rederijkerskamer. Tegenwoordig mag dat uiteraard iemand anders zijn.


Rijmschema

(ababbcbC) x 3, bcbC
De hoofdletter is de refreinregel.


Overige informatie

De b-klank komt 14 keer terug, zoek dus een rijmklank uit die veel mogelijkheden heeft. Pas op met rijk rijm!


Meer informatie

Zie 'Versvormen, leesbaar handboek', Drs. P, Uitgeverij de Stiel, Nijmegen 2000


Voorbeeld

Het Frits-Criensgevoel

‘Frits Criens? U spreekt met Joost van Spaar Direct
Ik wil u even spreken over sparen
Want ik heb gisteren uw file gecheckt
Beleggen, doe dat niet, er zijn gevaren
En optietrading heeft nog meer bezwaren
Een rekening bij ons is dus een must
Als u zich onder miljonairs wil scharen
Bent u zich daar terdege van bewust?

Voor u speciaal is er een nieuw project
Stap in, want anders trekt u zich de haren
Nog uit uw hoofd van spijt, zonder effect
Ik zal u ons financial plan verklaren:
Uw geld verdubbelt in een viertal jaren
En alles wat u nodig heeft is trust!
Ik meen het écht, wij spinnen zuiver garen
Bent u zich daar terdege van bewust?

Als rijkaard krijgt u iedereens respect
En alles dankzij ons, uw steunpilaren
U eet en drinkt alleen nog maar select'
‘Maar Joost, hou op, kom even tot bedaren'
‘Meneer, nu luister toch, hou op met maren
We zijn niet op uw kapitaal belust
We bellen heus niet alle Haelenaren
Bent u zich daar terdege van bewust?'

‘Maar Joost, ik moet je écht iets openbaren
Ik ben Frits JU-NI-OR en ik wil RUST!
- Ik dacht, laat ik dat tot het eind bewaren -
Ben jij je daar terdege van bewust?'

(Quirien van Haelen, uit Vader & Zoon)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

In memoriam Heinz Polzer 3

Een ander gemeenschappelijk trekje met zijn opa was de liefde voor Indië/Indonesië, waar Heinz acht jaren werkzaam was voor Lintas, het reclamebureau van Unilever en waar hij tot zijn dood met heimwee aan terugdacht.
In zijn laatste jaren miste hij die tropenjaren  hartstochtelijk en getuigde hij regelmatig van zijn afkeer van het Hollandse klimaat, herinneringen ophalend aan het  gezelschap van tjiktjaks en aan de avondlijke geluiden uit de kampong.
En kreteksigaretten rokend.
Grootvader Van Kol was ook jaren werkzaam in Indië als ingenieur en trok zich daar  het lot aan van de inlander.
Later, als Kamerlid verzette hij zich woedend tegen de oorlog in Atjeh en het hele anti-koloniale programma van de SDAP kwam uit zijn koker.


Tekening Albert Hahn

Hij trok door Indië, onrecht noterend en mensen ondervragend en kwam op zijn inspectie zo  ook in Atjeh, waar hij een persoonlijke waardering voor Van Heutz ontwikkelde, omdat hij die als tegenpool, maar eerlijk man herkende, die hem openlijk toegang verleende tot alle archieven.
Dit, in tegenstelling tot Colijn, met wie hij later in felle discussies verwikkeld zou raken over Indië in de Kamer.
Dit alles leidde tot een eindeloze stroom publicaties en pamfletten (ook veel reisverhalen, want het reizen rond de wereld was ook een trek die grootvader en kleinzoon gemeen hadden), waardoor een oeuvre tot stand kwam dat zijn kleinzoon in kastlengte zou evenaren met zijn gedichten en liedjes.
Voor de aanleg of belangstelling voor de poëzie moeten we echter niet bij opa, maar o.a. oma van Kol zijn, een eveneens opmerkelijke vrouw, die haar eigen carrière als dichteres en (kinder)verhalenschrijfster had.



Nelly van Kol-Poreij  huwde van Kol in 1883 en was eveneens socialiste en voorvechtster van vrouwenrechten.
De opvoeding had haar speciale belangstelling; ze publiceerde als eerste een boek over seksuele voorlichting voor kinderen. Ook over tal van andere sociale en politieke onderwerpen roerde zij haar pen geducht

Onder de naam NELLIE redigeerde ze het kindertijdschrift Ons blaadje, waarin ze verhaaltjes en versjes schreef en daarnaast talloze kinderboeken en bewerkingen van sagen.
In 1886 ging ze met haar man naar Zwitserland waar haar dochter Lili geboren werd, de moeder van Heinz.
Rond de eeuwwisseling kreeg ze steeds meer twijfels over het socialisme en zocht eerst haar heil in het spiritisme en de theosofie, waarna ze zich bekeerde tot de Hervormde Kerk en een aantal vrome dichtbundels afscheidde.

Ook Henri van Kol legde, hoewel hij strijdbaar socialist bleef, aan het eind van zijn leven een ongezonde belangstelling aan de dag voor de theosofie, het spiritisme en wichelroedelopen.
In een voorwoord bij de in 1895 verschenen brochure Onze Aarde zij een Paradijs schrijft hij: “Het socialistisch beginsel bleef ik trouw, het doel van mijn leven en werken bleef ongewijzigd, al kwam er verandering in enkele mijner meeningen. Zoo is mijn geloof in de mogelijkheid en doelmatigheid eener gewelddadige revolutie verzwakt; onderging mijn overtuiging inzake godsdienst ingrijpende verandering”.
Sinds 1913 leefde hij gescheiden van zijn vrouw en in 1919, het geboortejaar van Heinz, ging hij samenwonen met de Japanse Otawa Tomi.




De afkeer van Heinz van  idealen en de cynische blik waarmee hij zaken als spiritisme, theosofie, anthroposofie, christendom  en andere vormen van bijgeloof bekeek lijken, evenals zijn eigenzinnige houding in het leven, in dit alles (en ook, zoals we zullen zien, de opvattingen van zijn vader en grootvader van vaders kant) een oorsprong te vinden.
In persoonlijke brieven noemde hij zich een vrijdenker, maar vond een vrijdenkersvereniging een contradictio in terminus.
In 1925 overleed Henri van Kol aan de gevolgen van een ongelukkige val, Nellie stierf vijf jaar later.

(Wordt vervolgd)