Eerder een rijm- dan een versvorm. Kenmerk: binnenrijm. In de (d)e(e)f rijmt de tweede regel in het midden op het eindwoord van de eerste regel. De derde regel rijmt in het midden op het eindwoord van de tweede enz. Aan het slot komt rondsluitend rijm. 

In een ruilrijm ruilen de klinkers van een of meerdere rijmwoorden. Ruilrijm kan dus in andere versvormen worden toegepast.

Het macaronisch gedicht is geen echte versvorm maar eerder een soort gedicht. In een macaronisch gedicht worden twee of meer talen door elkaar gebruikt. Dit levert een humoristisch effect op.
Er is geen vast metrum of rijmschema voor het macaronisch vers. Er zijn macaronische sonnetten, macaronische limericks en nog veel andere vormen.

Het telescooprijm. De laatste beklemtoonde lettergreep van de regel groeit aan de achterkant telkens met één letter aan. Als de telescoop helemaal uitgeschoven is, wordt de telescoopklank nog een keer in een ander woord herhaald. Daarna schuift de telescoop weer langzaam in elkaar doordat er elke volgende regel steeds weer een letter afvalt. De laatste regel eindigt dus met dezelfde beklemtoonde lettergreep als de eerste. Rijk rijm is uit den boze. Noteer: aan de voorkant kan men het telescoopwoord naar hartenlust aanpassen.

De proteus is een gedicht met een vrije regellengte en enkel gepaard rijm. De belangrijkste eigenschap is dat elk eindwoord slechts een letter mag verschillen van het voorgaande.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Uit de nalatenschap van Herman J. Claeys: Agnosie

Ik weet niet wat ik weten moet
Of wat er wél en niet toe doet
Van wat men mij ooit onderwees
Van al wat ik nu zie en lees
En al wat overal geschiedt:
Ik weet het niet!

Ik weet niet wat ik weten moet,
Wat slecht en fout is en wat goed
En wat er door de beugel kan
Van wat ik doe of wat ik plan,
Of waar 'k mij toe verleiden liet:
Ik weet het niet!

Ik weet niet wat ik weten moet
En of mijn wetenschap voldoet
Om in te zijn en up to date,
Om niet als een analfabeet
Voor schut te staan op elk gebied:
Ik weet het niet!

Ik weet niet wat ik weten moet
En wat ik niet vergeten moet,
Wat gistren juist was is nu slecht
En wat eens waar was wordt weerlegd,
Mijn hersenpan is een vergiet:
Ik weet het niet!