Dit is een uitvindsel van Jan Turner.
Het bestaat uit vier strofen van zes regels.
De eerste vier regels van elke strofe bevatten een bewering die in de laatste twee regels wordt samengevat en de wijze waarop het geformuleerd is omkeren.
Het heeft een vast, vierjambig metrum.
Rijmschema
regel 1-4 abab
regel 5 en 6 mogen ab of ba zijn en bestaan uit gebruikte woorden in de eerste vier regels.
Overige informatie
Dat rijk rijm, ook nog willekeurig uit de voorgaande regels te plukken, geven het wat rommeligs. Ook zien wij eigenlijk het nut niet om de voorgaande regels op die wijze te herhalen, omdat je door die rijmwoorden gedwongen wordt tot soortgelijke formuleringen, en wat zou het dat het dan omgekeerd is? Zo rond het derde couplet van het voorbeeld trad dan ook balorigheid in bij de maker. Misschien weet iemand anders er wat leuks van te maken.
De druppels dauw ginds op het mos
Zijn tranen van een sterveling
Die zich terugtrok in het bos
En zich toen aan een tak verhing
Ik zie een droeve sterveling
Wanneer ik dauw zie op het mos
De blaadjes van de madelief
Gevallen en welhaast vergaan
Zijn snippers van een afscheidsbrief
Na een verscheurd, verspild bestaan
Als snippers van een afscheidsbrief
Zijn madeliefjes die vergaan
Een eikel valt, bereikt de grond
Waar hij tot bruin en zwart verkleurd
Zo maakt hij weer een cirkel rond
Iets wat straks niet met mij gebeurt
Ik, eikel, eindig zwart verkleurd
Straks in de harde koude grond
Wie in het stille woud beziet
Wat daar zoal aan schoonheid prijkt
Is iemand die vast ook geniet
Als hij een open graf bekijkt
Natuur is mooi zoals je ziet
Het is maar hoe je het bekijkt
(Jaap van den Born, uit: Een reis rond de wereld in 80 versvormen)