De Tripel is een bedenksel van Bas Boekelo.
Het bestaat uit drie kwatrijnen, metrum bij voorkeur amfibrachys.
Elke kwatrijn eindigt met hetzelfde woord in een andere betekenis (Dit woord noemen we tripelwoord. Het tripelwoord is vr. of onz.).
De eerste regel van het eerste kwatrijn is ook de eerste regel van de andere twee kwatrijnen.
Die openingsregel noemt drie elementen, elk der elementen staat éénmaal op rijmpositie.

 


De volgorde der elementen kan op maar twee manieren:

A B C
B C A
C A B
 

 
A B C
C A B
B C A

Die elementen zijn uiteraard te koppelen aan de betekenis van het tripelwoord.
Geen enjambement.

.

 

Rijmschema

abab

a=man. b=vr.


Overige informatie

Leuke vorm die dubbel denkwerk vereist


 

Meer informatie


Die man op die bank in het park
Ik kan hem maar moeilijk vergeten
Ik noemde hem heimelijk ‘hark’
Zijn naam heb ik nimmer geweten

Dat park en die man op die bank
Zijn kleren vervuild en versleten
Door pech en door zucht naar de drank
Daar heb ik het steeds aan geweten

Die bank en dat park en en die man
Zijn lot heeft me lang nog gespeten
Ik gaf hem wat geld, nu en dan
En suste ‘goeddoend’ mijn geweten


 

 

 

 

 

 

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Zo moeilijk om te delen



De inhoud overtreft zijn stoutste dromen
En wordt heel trots in rijen neergezet
Maar niemand die er nu al aan mag komen
Het staat voorlopig veilig naast zijn bed

Een flesje wijn, een pakje kruidenthee
Een zak bonbons, gevulde speculaas
Een boterkrans, een doosje Nescafé
Wat vage voordeelbonnen, geitenkaas

Een kandelaar, een zakje cashewnoten
Een rol beschuit, een blikje met tonijn
Een potje kersenjam, twee nieuwjaarsloten
Een mok, een engeltje van marsepein

Trofeeën door je zoonlief meegenomen
Afkomstig uit zijn eerste kerstpakket
En niemand die er nu al aan mag komen
Ze staan voorlopig veilig naast zijn bed