Mijn vader verloor 's winters zijn verstand.
Als 't ijs op het kanaal was te vertrouwen
Bond hij meteen mijn schoenen met wat touwen
Aan ijzers met een houten bovenkant.
Je moet verdomme glijden en niet sjouwen
Riep hij me toe, maar ik bewoog onthand
En wankelde wat rond door niemandsland,
Een trage beer met ingepakte klauwen.
Als vroeg mislukte koudefront soldaat
Besloot ik toen voorgoed te deserteren,
Zo'n ijsvloer is een bodem van verraad.
Hoewel ook warme grond me tegen staat
Sinds ik ontdekte dat men trage beren
Leert dansen op een gloeiend hete plaat.
Soms valt het mee, nietwaar?
Neem nou Franz Reichelt eens:
Eindigde weliswaar
Horizontaal
Maar onderweg deed zijn
Parachutistenpak
Heel snel zijn werk
En ook mooi verticaal
Vandaag is de honderdste sterfdag van Franz Reichelt die op 4 februari 1912 van de Eiffeltoren sprong om zijn uitvinding van de parachutejas proefondervindelijk te onderwerpen aan de falsificatie-eis van Popper
Op youtube vind je een filmopname van deze belangwekkende onderneming, waarmee hij in zijn laatste ogenblikken onsterfelijk werd.
Ooit was ik een eenvoudige straathoek
Eén van de vier
Eén van de duizenden
Ontmoetingsplaats van ijle lucht en vluchtige groeten
Met voeten getreden door gehaaste voorbijgangers
Een stoeprand en wat tegels met los zand aan elkaar liggend
Dekmantel voor water, gas en licht
Scheidsvlak tussen boven- en onderwereld
Maar nu ben ik PD
De bron van kruit en DNA
Met strenge krijtstrepen die verhalen van moord en doodslag
Een strakgespannen lint bakent mijn grens af
Mijn afgunstige broers torsen mijn bewonderaars
Wie mij vroeger schielijk betrad, stopt nu op eerbiedige afstand
Wereldwijd verschijnt mijn beeld op tv
Ieder anker is op mij gezakt
Lenzen speuren naar mijn geheimen
Microfoons smeken om mijn waarheid
Maar ik zwijg
Laat niets los
In het belang van het onderzoek
Toen Drs. P nog geen Drs. P was, maar copymanager voor een reclamebureau in Indonesië schreef hij deze tekst voor Colibrita, een - zoals hij het zelf noemt - " romantische ( zeg maar nuffige) toiletzeep die prompt insloeg, ook bij bepaalde mannen" en bovenstaande advertentie knipten wij uit Het nieuwsblad voor Sumatra van zaterdag 21 mei 1955. Let op het subtiele rijm in de laatste regels.
De uitslag van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd is bekend en het zal niet verbazen dat in de top100 bekende Vrijeversmedewerkers als Niels Blomberg, Inge Boulonois, Peter Knipmeijer en Arjan keene aangetroffen worden. Hier de bijdrage van Arjan:
Business as zoosual
Ik hoef niet eens meer naar de dierentuin om allerhande beesten te bezoeken. Wanneer ik door de wandelgangen struin verschijnen ze vanzelf uit alle hoeken.
De parelzwijnen, luiaards, trage slakken, de struisvogels met koppen in het zand, de haantjes die zich nimmer laten pakken. Hyena's sluipen kwijlend door het pand.
En kijk, de zilverrug in het vizier! Hij trommelt grijnzend voor de troepen uit en roept de apen op voor groepsvertier, vast iets met neuzen, richting, nieuw geluid.
Ach, was ik in die jungle ook een krijger, en niet alleen maar een papieren tijger.
Ze modelleert haar eigen silhouet om alles wat te ruim zit te maskeren en draagt daarom een vleeskleurig korset.
De veters rijgt ze strak en nauwgezet als ze zich insnoert om te corrigeren. Ze modelleert haar eigen silhouet.
Denkbeeldig doet ze soms nog aan ballet al past ze voor geen meter in die kleren en draagt daarom een vleeskleurig korset.
Haar eetlust wordt gevreesd aan elk buffet. Men zegt wanneer ze komt om te dineren: ze modelleert haar eigen silhouet.
Zo leeft ze in een pantser vastgezet en blijft daarbinnen hevig expanderen. Ze modelleert haar eigen silhouet en draagt daarom een vleeskleurig korset.
Het literair tijdschrift Op Ruwe Planken heeft een schrijfwedstrijd uitgeschreven waarbij alleen de meest vervelende dichters kans maken op de winst. Onder de titel ‘De Gemakkelijkste Vijand’ daagt Op Ruwe Planken dichters uit het publiek zo goed mogelijk te beledigen. De drie beste inzenders treden op tijdens het Boekenfeest, het literaire festival op 17 maart in het concertgebouw De Vereeniging in Nijmegen.
De wedstrijd is een reactie op het thema van de Boekenweek 2012; ‘Vriendschap en andere ongemakken’. In een gedicht van maximaal 500 woorden vraagt Op Ruwe Planken deelnemers het publiek zo origineel mogelijk te kwetsen. Uit alle inzendingen kiest de redactie drie inzenders, die tijdens
het Boekenfeest tegen elkaar zullen strijden. Het publiek bepaalt wie er met de hoofdprijs, 100 euro aan boekenbonnen, naar huis gaat. De drie beste inzenders zullen allen gepubliceerd worden in het nieuwe nummer van Op Ruwe Planken.
Op Ruwe Planken is een literair tijdschrift dat zich speciaal richt op de nog niet gedebuteerde schrijver. Het tijdschrift schrijft jaarlijks een wedstrijd met een uitdaging uit. Eerder werd schrijvers gevraagd een tekst bij elkaar te plagiëren, een biografie voor te liegen en een verhaal te verzinnen van maximaal 60 woorden (de zogenaamde espressofictie-wedstrijd).
Alle schrijvers in Nederland en België kunnen inzenden, mits in het Nederlands geschreven. Het gehele reglement van de wedstrijd is op de site van Op Ruwe Planken te raadplegen: www.opruweplanken.nl. De deadline voor de wedstrijd is 15 februari.
Hij was verliefd tot over beide oren Hij sprak haar aan, volledig van de kaart: 'Zo'n mooie vrouw is eerder niet geboren Geen vrouw die jou in schoonheid evenaart’
Als dank kreeg hij een glimlach en een kus Waarna zij sprak:’ Ik heb een tweelingzus’.
Heb ik bij Bommel echt een brug gezien? Opeens zag ik een brug. En aan weerszijden geen pont, die je gewoonlijk daar ziet glijden als je aan ’t sturen bent. Een tel of tien dat ik zo stond, aan dek, aan ’t roer geklonken, mijn koffie koud al in de tussentijd – laat mij daar ergens uit een andersheid een beeld ontwaren dat mijn ogen dronken.
Een fietsend joch. Zijn wapperende jas over die brug, terwijl ik aan kwam varen. Hij stapte af, hij lei een schrift in ’t gras,
en wat hij schreef zag ik dat verzen waren. O, dacht ik, o, dat dat mijn zoon ooit was. Pom pom, zong ik, mijn hart zal dit bewaren.