Van de onbekende teksten van Drs. P uit de nalatenschap van Lia Dorana (zie artikel 27 april in het Archief) vandaag een toevoeging bij het lied De Liefde, door hemzelf ook op de plaat gezet.
Het betreft een aantal suggesties voor extra coupletten , door hemzelf trouwens niet gebruikt in zijn uitvoering, zodat wij nu een nieuwtje hebben.
Een renner die de Tour de France gaat rijden
Die weet: dat is gevaarlijk en riskant.
Of hij ervaren is of debutant
Hij zal een aantal malen moeten lijden.
Een valpartij valt vaak niet te vermijden
Als in de koers de strijd weer is ontbrand.
Zo ondervond ook Johnny Hoogerland
Van zijn beroep de wrede schaduwzijde.
Toen Flecha viel en hem daarmee lanceerde
Belandde hij vol in het prikkeldraad
Waardoor hij bips en benen fors blesseerde.
Maar daar het beeld de wereld overgaat
Van hoe het lot zich tegen Johnny keerde
Wordt deze val een soort van heldendaad.
Voor velen is de waarheid hemelsblauw
Het allerhoogste is waar zij op mikken
Ze vliegen naar de zon als leeuweriken
Verheven boven ’t groezelige grauw
Voor velen is de waarheid geel als goud
Ze wroeten in een afgesproken kader
Totdat ze stuiten op die ene ader
Het schaarse goed in overvloedig fout
Voor velen is de waarheid bladergroen
Hun beide benen staan op moeder Aarde
Alleen wat groeit en bloeit heeft echte waarde
Alleen wat knort en kruipt heeft echt fatsoen
Ik zoek wat net voorbij de dingen zit
Mijn waarheid is dan ook aspergewit
Zodra ik dichten ga moet ik wel rijmen
mijn woorden zijn als rozen in een perk
het duidelijk gevolg van tuinmanswerk
het ‘heim’ gevangen in een kring geheimen
die als een buxushaagje strakgesnoeid
het kader vormen van wat ik wil tonen
een schilderij in vaste tekstpatronen
waarmee ik mij vrijwillig heb geboeid
het kan een zachte zucht zijn om te delen
een glimp van een gedachte over zon
een tafereel vol zinnen om te strelen
dat ik niet anders doen zou als ik kon
omdat die milde dwang nooit gaat vervelen
al snap ik ook geen hout van het jargon
duizend pluimen wuiven, duizend pluimen in de wind
ze wuiven naar de ruggen op de brug
duizend pluimen wuiven, maar niemand die het ziet
geen mens draait om of wuift een keer terug
duizend pluimen buigen in de winterkoude wind
ze huiveren en buigen naar de grond
maar niemand hoort gefluister wat de grond er nu van vindt
omdat de grond tot nu toe nergens iets van vond
duizend pluimen ruisen voor de bruidegom en bruid
voor de uiver en de buizerd in de lucht
maar dan: welk wezen luistert naar dat suizende geluid?
ze ruisen zacht met af en toe een zucht
pluimen, het is duidelijk, u hebt het al verbruid
bij de luiaard en de ruige karekiet
oh pluimen lief, die enkel op verguizing bent gestuit
alleen voor u zing ik mijn droevig lied
(uit)
Christus vraagt ons om een waar geloof
Overbrug toch de diepe kloof
En houdt u voor Zijn stem niet doof
&****&
Behandel mensen zoals je wilt dat ze jou ook doen
Wees niet kwaad op je vijand, dus geen wraak, maar verzoen
Wees nederig, niet hooghartig en loop niet naast je schoen
&****&
Wees een voorbeeld voor elk
Dan drink je strakjes wijn, welk
Komt uit een hemelse kelk
&****&
Prijs God elke dag
Toon een blijde lach
Schep moed, echt dat mag
&****&
Aanvaard Gods geschenk
Beantwoord Zijn wenk
Dus bid en gedenk
&****&
Is dit erg? Ja, dit is erg. Wat is dat toch met die christenen dat ze hun blijheid over dat bloederige mensenoffer dat hun god eiste, zo buitengewoon kitscherig verwoorden?
Hun religie, kort samengevat neerkomend op “Toch maar liever Hij dan ik” kent maar weinig dichters die het een beetje gevoelvol vertolken.
Ook Christina R Jussaune vind ik persoonlijk geen meeslepend voorbeeld met haar spirituele versvorm, speciaal bedacht op 3 oktober 2006 ter nagedachtenis van haar moeder en er zit copyright op, zegt haar bundel My walk with Jesus (Publishamerica 2007).
Ze heeft met dat boek zelfs een prijs gewonnen, de 'Christianstoryteller Award' , zo diep kunnen die christenen zinken.
Van dat copyright trekken wij ons geen donder aan. Dat kruis is al vaker gedaan en dat aaabbb is niet echt origineel.
Het voorbeeld hierboven is een getrouwe weergave van wat je in haar bundel aantreft en er zijn een paar regels.
Zo moeten de strofen een kruis vormen en het moet rijmen en wel aaa bbb ccc ddd eee, een niet onmogelijke opgave voor de meesten. Van metrum hoef je je niks aan te trekken; je moet de lettergrepen tellen, een onzinnige gewoonte die niets toevoegt en in het Nederlandse taalgebied dan ook alleen is toegepast door Joost Zwagerman in dingen die hij abusievelijk voor sonnetten houdt. (Je vindt die gewoonte vaker bij Angelsaksische dichters die het overgenomen hebben van Keltische versvormen, in welke taal het wel een effect had).
Let dus goed op en vertel je niet:
strofe 1: 8 lettergrepen
Strofe 2: 14 lettergrepen
Strofe 3: 7 lettergrepen
Strofe 4 en 5: 5 lettergrepen
O ja; het is niet de bedoeling ons te overstelpen met die dingen, al willen we een geslaagd voorbeeld best plaatsen. En wij bepalen wat onder 'geslaagd' verstaan moet worden.
Op 27 april meldden we de vondst van een onbekend lied van Drs. P, geschreven in 1968 voor de vorig jaar overleden Lia Dorana. John Knap, die voor de erven haar archief beheert en delen te koop aanbiedt ten bate van een klein theater (zie voor bijzonderheden het archief van 27 april) vond nog meer teksten van de doctorandus, waarvan een aantal onbekende. Het vrije vers heeft de hand gelegd op deze bijzondere vondsten en zal ze de komende tijd met je delen.
Als eerste een aantal nagezonden 'facultatieve coupletten' bij het lied 'Het Zeewezen', waarover we vorige keer vertelden. Voor de tekst verwijzen we naar het archief.
Pijnlijke ingreep? Ja
Maar wel noodzakelijk
Steeds die eenzelvigheid...
Nu kan ik méér
Want ik ben fijn niet meer
Dubbelgeslachtelijk
En sta nu open
Voor iedere heer
Ik wacht tot mijn vriendin weer bij mij op de stoep zal staan
Het was nog middag toen wij zwijgend in de kamer stonden
Ik lig in bed, ik lees een strip, mijn leeslamp die staat aan
Ik tel al sinds het twaalf uur is geworden de seconden
Ze vroeg me, is er iets, ik zei, wat zou er moeten zijn dan?
en hoopte dat zij zeggen zou wat ik niet had gezegd
Ze lachte en ik lachte terug, daar had het alle schijn van,
Ze wierp me nog een handkus toe, ik dacht: ze meent het echt
Ze duwt me van zich af wanneer de wereld aan haar trekt
en houdt me vast zodra diezelfde wereld haar laat vallen
Ik doe precies hetzelfde, alles aan ons huisje lekt
Een lijden lijd je nooit alleen, je deelt het met z'n allen
Ze heeft me net gebeld, ze neemt vannacht de laatste trein
Ik antwoord alsof ik gezond heb tussen zonnebloemen
Mijn god, wat ga ik ver om niet alleen te hoeven zijn,
Of is dat wat de mensen, als het goed gaat, liefde noemen?
Nee, liefde is een dier, onzichtbaar groeiend langs een meetlat,
En pas als het volgroeid is toont het zich als leeuw of schaap
We moeten praten, zou ik moeten zeggen, maar ik weet dat
als zij in bed kruipt en me kust, ik doe alsof ik slaap
Pochende kereltjes!
Wij kunnen zonder dat
Al zijn wij uiteraard
Ook niet van steen
In de gezellige
Hermafrodietenclub
Komen wij graag
Doehetzelvend bijeen
Leuk hoor, zo'n reukorgaan
Ik ben dus Herakles
Ik sta bekend
Om mijn roemrijk geslacht
Zelfs na de beet van die
Peloponnesoshond
Weegt hij nog altijd
Een kilo of acht
Ja, ik ben goddelijk –
Wil ook gezien worden
Maar dát deel tonen
Is wat ik niet durf
Wees daarom niet al te
Kijkgenothebberig:
Vestig tevreden
Je blik op mijn slurf
"Zie deze dieren eens!
Hoe paradijselijk!
Coëxisterend
Is heel de natuur!"
"Knap! Maar jouw truc met dat
Piemelverhullende
Struikgewas wordt
Wel wat saai op de duur"
De laatste sloten zijn nu afgesloten
De laatste kruiers worden weggekruid
De bruiden hebben het voorgoed verbruid
De mooiste stoten worden uitgestoten
Geen bond geniet nog van zijn bondgenoten
Besluiteloos viel ook het laatst besluit
De laatste luizen zijn er ingeluisd
Geen gade slaat zichzelf nog stiekem gade
Verguizers worden nergens meer verguisd
Verraders hebben ook zichzelf verraden
Geen dader die nog stilstaat bij zijn daden
En de verhuizers zijn voorgoed verhuisd
Hoe mijn luchtballon
In de ochtendzon
Dansend opstijgt in de lucht!
En onaangelijnd
Als een stip verdwijnt
En het wereldleed ontvlucht
Maar ook hij vindt zo
Straks zijn Waterloo
Wat dit kort verhaal ons leert:
Na een week ligt hij
In een stille wei
Leeggelopen en verteerd
Alweer een versvorm van Jan Turner, genoemd naar de Franse leeuwerik, vanwege het melodieuze van de vorm en ook omdat alouette in het Frans voor een - meestal gezamenlijk gezongen - kinderlied staat.
Uitermate geschikt voor kinderpoëzie en liedjes inderdaad, vanwege de korte regels die je zo vaak in die dingen tegenkomt, maar niet noodzakelijk alleen daarvoor.
Het (mannelijk) rijmschema is aabccb en het metrum bestaat uit trocheeën (3,3,4,3,3,4) waarbij de hoofdklemtoon bij voorkeur op de derde lettergreep valt.
Michiel is zacht gezegd
Romantisch aangelegd
Zo schrijft Michiel gedichten en zo houdt hij van klassiek
De schrijvers die hij leest
Zijn er allang geweest
En heel zijn meubilering is antiek
Het leven dat hij leidt
Is ver van voor zijn tijd
Want hoe men tegenwoordig leeft, dat spreekt hem niet zo aan
En dat is heus niet slecht
Dat is Michiels goed recht
Maar hij begint een beetje door te slaan
De kleren die hij draagt
Zijn meer en meer gewaagd
Vaak draagt hij ribfluweel en zelfs zo’n componistenpruik
En schrijft Michiel iets neer
Dan gaat dan met een veer
En - logisch - met archaïsch taalgebruik
Ook heeft Michiel spontaan
Zijn Snoek pas weggedaan
Steeds minder voelde hij zich met die Citroën verwant
Michiel vond toch een paard
Meer passen bij zijn aard
En zo loopt alles steeds meer uit de hand
Wie loopt er nou vandaag
Nog met een lubbenkraag?
Pas heeft hij zijn piano ingeruild voor een spinet
Zijn Fender ging eruit
Dat werd een oude luit
Ook rookt hij pijp in plaats van sigaret
Je moest hem eens zien gaan
Met frak en kniebroek aan
’t Is om je te bescheuren, en het klinkt misschien wat cru
Maar hij loopt ongeveer
Al bijna evenzeer
Voor lul als al die jongeren van nu
Uit: De avond is nog jong (UNIT Academie, Nijmegen)