Na dertien jaar is er weer een bundel verschenen van Jean Pierre Rawie, De tijd vliegt, maar de dagen gaan te traag, die vanaf vandaag in de winkel ligt.
Een voorproefje:
Dichter
Je maakt het mensen toch niet naar de zin,
en streeft dat ook niet langer na. Niet langer
is wat je schrijft gericht op een ontvanger.
Je bent je eigen einde en begin,
en leeft en sterft alleen. Geen dubbelganger
neemt straks je plaats wanneer je doodgaat in;
geen keer op keer verloren hartsvriendin
ging van iets anders dan gedichten zwanger.
Veel lijkt mislukt te zijn, maar toch, jij bent
degeen die eens zelfs in het meest banale
de waardigheid en zin heeft onderkend,
en alles in het eerste licht zag stralen.
En heel je leven zoek je dat moment
nog eenmaal zo volmaakt te achterhalen.
De tijd vliegt, maar de dagen gaan te traag
Uitgeverij Prometheus
Omvang 72 p.
Prijs E 15,00
ze waren weer present, die rare hoeden...
een dame had een bloemkool op haar hoofd
haar buurvrouw had een vogelnest geroofd
zo groot, daar kon een ooievaar op broeden
een uitgelaten juffrouw, een gegoede
had zich vandaag bijzonder uitgesloofd
een zwaarbeladen vrachtschip sappig ooft
genoeg om heel het ziekenhuis te voeden
’t is fraai, zo’n rariteitenkabinet
een exhibitie van verzamelwoede
de lachlust werd gewekt, ten overvloede
het leven leek een kleurrijk feestbanket
toen kwam de vrouw van Jantje met de pet
ze droeg alleen een doekje ... voor het bloeden
[youtube]8dVir-8LXuY[/youtube]
Hier sonnet 60 uit de door Coenraedt van Meerenburgh vertaalde Shakespearesonnetten (te bestellen bij www.liverse.nl). Je kunt nog altijd meedoen aan de Shakespearewedstrijd. Voor de eenvoudige regels moet je even doorscrollen.
Sonnet 60
Als golven gaande naar het kiezelstrand,
Zo haasten de minuten zich voorbij,
En wie vooroploopt maakt z'n plaats vacant,
Voor hen die moeizaam volgen, zij aan zij.
Een boreling geworpen in het licht,
Kruipt naar volwassenheid, en eenmaal daar,
Verduistert een eclips zijn prachtgezicht,
En wat tijd gaf, brengt hij nu in gevaar.
Tijd weet door bloesem van de jeugd te steken,
En groeft in elk mooi voorhoofd lijnsgewijs,
Eet op wat wondere natuur kan kweken,
En niets weerstaat het maaien van z'n zeis.
En toch, m'n vers van hoop houdt altijd stand,
Het brengt jou lof, ondanks z'n wrede hand.
Dit is de dag waarop weer wordt besloten:
ons land gaat vier jaar door op oude voet
of men gaat overstag en rukt naar rood.
Gaat het ten onder aan de idealen
of luistert men naar Rutte zijn verhalen?
De zorgstaat neemt een afslag naar de goot.
Kortom: het gaat alleen maar om de poet,
ons wacht weer een regering zonder kloten
Dit interview verschijnt over enkele dagen in Knack; nu al op het Vrije vers!
Drs. P en Jean Blaute
Knack, 15 sept 2012 – Stijn TORMANS
Drs. P is 93 geworden, geen leeftijd om 'vrolijk door het leven te dartelen'. Maar af en toe schrijft hij een ollekebolleke, dat vindt hij plezierig. Net als een gesprek met zijn oude vriend Jean Blaute. 'Het einde van de beschaving, Jean, dat zou ik nog eens graag meemaken. Het lijkt me een schilderachtig schouwspel.'
Hij is een van die mensen die nog brieven sturen. Op een ochtend zat er een in de bus: 'Waarde mijnheer Tormans, dank u zeer voor uw schrijven. U bent uit hoofde van uw beroep weetgierig. De eerste vraag kan ik beantwoorden: het gaat goed wat mijn gezondheid betreft, Geestelijk ben ik in verval. (...) Ik moet aan te veel tegelijk denken, en ben geneigd wat achter me ligt zo snel mogelijk te vergeten. Hoe ik me staande houd in deze wankele tijden (uw woorden), dat verbaast me ook enigszins. Tot een ontspannen conversatie ben ik evenwel graag bereid. Verwacht weinig exacte informatie. Met oprechte groeten. Heinz Polzer. Excuses voor het gebrekkige handschrift.’
Maannden later. Op weg naar het station herlees ik het briefje. Naar exacte informatie vragen is zinloos: die is bekend. Drs. P, né Heinz Polzer, werd in 1919 geboren in Zwitserland. Hoewel hij al sinds 1922 in Nederland woont, heeft hij het Zwitserse staatsburgerschap nooit afgezworen. Zelfs niet officieus: door zijn dikke brilglazen overschouwt hij al 93 jaar de wereld. Om die vervolgens, op onnavolgbare wijze en met Zwitserse precisie, op rijm te zetten. Het resultaat wordt alom geprezen: honderden liederen, waarvan een groot deel verzameld is op Compilé Complé. Veel ollekebollekes, zijn favoriete versvorm.
Optreden doet Drs. P al jaren niet meer. Hij heeft geen leeftijd meer om vrolijk door het leven te dartelen. Maar een ollekebolleke bij tijd en stond, dat kan er nog wel van af. Hij schrijft ze bij voorkeur om drie uur in het Pulitzer Hotel in Amsterdam. Omdat 'Pulitzer wel wat op Polzer lijkt, altijd een goede eigenschap voor een naam'.
Twee uur later, om klokslag vijf uur, keert hij weer huiswaarts. Waar zijn vrouw Mieke hem 'handenwringend' opwacht. Zo gaat het al jaren. Zwitsers, hou ze maar eens van straat.
Poem for Anna Hatherrewaye
Is there inne heavenne aught more rare
Thanne thou sweete Nymphe of Avon fayre
Is there onne Earthe a Manne more trewe
Thanne Willy Shakespeare is toe you.
Image
Thy wit is quick and capable thy rhyme
Conversant with my heart art thou and sly
Thou giveth words where I have never spoken
I swear against the truth so foul a lie
My pride and reputation hath thou token
My beauty's pattern idly sold to men
My Spirit, qui'tly dreaming, now awoken
Cries: 'Draw no lines there with thy antique pen
Sir, I forbid thee this most heinous crime!
Though people see thee fair and thought thee bright
Thy art is black as hell, as dark as night!
William Shakespeare
De 18-jarige William Ireland vervalste in 1794 een aantal Shakepeareparafernalia om zijn vader, een fanatiek bewonderaar, voor de gek te houden.
Toen ook kenners erin bleken te trappen was er geen houden meer aan: een onafzienbare stroom notariële akten, theaterrecettes, brieven tussen koningin Elizabeth en de schrijver, liefdesbrieven (met haarlok), sonnetten en het manuscript van King Lear overspoelde Engeland.
Toen hij ook nog op de proppen kwam met een onbekend (geheel door hemzelf geschreven) toneelstuk Vortigern and Rowena stortten argwanende geleerden zich op hem en Shakespearekenner Edward Malone kwam met een 424 pagina's tellend boek (met 200 voetnoten) Onderzoek naar de authenticiteit van bepaalde gemengde brieven en notariële akten waarin hij geen spaan heel liet van Williams noeste arbeid.
Hoewel diep gevallen werd hij hierdoor toch beroemd en velen wilden graag in het bezit komen van zo'n befaamde vervalsing.
Hierop begon hij een nieuwe carrière met het vervalsen van zijn vervalsingen en kwamen vele identieke, originele, valse Shakespearedocumenten in omloop.
Geïnspireerd door deze creatieve jongeman wilde ik zelf ook zoiets doen, maar kreeg onmiddellijk Shakespeare zelf door via automatisch schrift met bovenstaand sonnet en zag er toen maar schielijk van af.
Een eerlijker handwerk is het vertalen van Shakespeare, zoals Coenradt van Meerenburgh gedaan heeft in zijn bundel van alle Shakespearesonnetten in tweetalige uitgave bij Liverse.Een cinematografisch voorproefje hebben jullie al kunnen zien, maar we gaan verder; om de uitgave van dit bijzondere werkstuk te vieren houden we een Shakespearewedstrijd: