Naam: Pierre Bellemans
Bijnaam: onbekend
Nationaliteit: Belgisch
Geboren: 20 januari 1949 Gooik, België
Overleden: 12 september 1972 Gooik, België
Naam: Marc Demeyer
Bijnaam: De Reus van Outrye
Nationaliteit: Belgisch
Geboren: 19 april 1950 Avelgem, België
Overleden: 20 januari 1982 Merelbeke, België
Naam: Ludo Vanderlinden
Bijnaam: onbekend
Nationaliteit: Belgisch
Geboren: 27 januari 1951 Herentals, België
Overleden: 14 december 1983 Lier, België
Naam: Louis Vereydt
Bijnaam: onbekend
Nationaliteit: Belgisch
Geboren: 25 november 1950 Noorderwijk, België
Overleden: 13 augustus 1977 Herentals, België
Op 2 september 1971 winnen vier onbekende Belgische amateurs in Mendrisio de wereldtitel op de 100 kilometer-ploegentijdrit. De Nederlandse ploeg, met onder andere Fedor den Hertog de belangrijkste kanshebber, delft met een achterstand van 1’ 38’’ het onderspit.
Een jaar later overlijdt Pierre Bellemans, een van de Belgische reserves, op 23-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Helaas zal het daar niet bij blijven.
Aftelversje
Ze hadden heel de wereld klop gegeven
en lazen Holland nou eens mooi de les:
vier Belgen, inclusief reserves zeven.
Een heeft maar kort plezier van het succes:
Pierre Bellemans. Zijn levenloze lijf
vond men in bed. Toen waren er nog zes.
Dan sneuvelt in dit bikkelhard bedrijf
Louis Verreydt. Zijn hart had op papier
nog vijftig jaar. Toen waren er nog vijf.
Een nieuwe prooi in Knekelman’s vizier:
Demeyer, Marc stapt af. Bij autopsie
bleek hartstilstand. Toen waren er nog vier.
En Ludo Vanderlinden? Ook fini.
Zijn hart. What else? Nu zijn er dus nog drie.
Als je van IJsland de boot neemt naar Noord-Europa kan het gebeuren dat uit het niets een mistbank opdoemt, het kompas van slag raakt en, als de mist vervaagt, een eiland opduikt dat nergens vermeld wordt. Wie aan land gaat ontdekt dat hij in Lithanië is,waar merkwaardig genoeg Engels de spreektaal is en een oude literaire traditie leeft met een eigen poëzievorm, de Bogato.
Het dagelijks taalgebruik is doordesemd van deze versvorn; jong en oud leveren commentaar op het weer, werk en elkaars karaktereigenschappen in bogato’s, die onderscheiden worden in vier vormen, genoemd naar het aantal lettergrepen dat er in voorkomt:
Bogato 9: Kinderbogato
Bogato 7: Populaire bogato
Bogato 5: Meesterbogato
Bogato 3: Filosofenbogato
Rijm is niet verplicht maar treedt wel op als aaa, aab of abb; zelden aba.
Bogato 9.
De kinderbogato is de makkelijkste en is natuurlijk deel van de opvoeding.
In de puberteit wordt deze verlaten en overgestapt naar de bogato 7, wat gezien wordt als rituele overgang naar de volwassenheid. In de kinderbogato worden korte lessen over moraal en praktische zaken vervat, zoals het goed achter de oren wassen en het niet bijten van anderen.
Of commentaar hierop van de kinderen zelf.
De twee eerste regels bestaan uit 2 jamben of 2 trocheeën en de laatste uit één lettergreep.
Jamben
x/x/
x/x/
/
Eerst jong dan oud
Eerst vuur dan koud
Fout?
Trocheeën
/x/x
/x/x
/
Hou je mond en
Eet je pap op
Nu!
Bogato 7.
Dit is de vorm die in alledaagse conversatie vervlochten wordt; om de liefde te verklaren, in weerberichten, vervloekingen,technische communicatie, bestellingen bij de bakker enzovoort en wordt als onmisbaar beschouwd. In scholen en kroegen worden regelmatig wedstrijden georganiseerd waar de deelnemers elkaar de loef afsteken in wat wel als de kortste rapcontests ter wereld gezien mag worden.
De eerste en tweede regel bestaan uit één anapest of dactylus en de laatste uit een enkele lettergreep
Lees meer: Een reis rond de wereld in 80 versvormen. Deel 65: Lithiaanse poëzie
Dat zij na een minuut of twee al achterstonden
Door onbenullig vrije ruimte te doneren
Leek vooralsnog het clubje eens zo jonge honden
Van F.C. Labbertong niet in het minst te deren
Toen hun rivaal al rap de tweede liet noteren
En ook de derde viel in luttele seconden
Werd luid gescholden op de bloedeloze heren
Die het vertrouwen van de eigen aanhang schonden
Op de tribune zong men zich de kelen schor
Men smeekte om een changement van het decor
En ja, daar was hij, Remko, met zijn lichte tred
Hij sloopte vier keer de defensie van die ‘ratten’
Zie daar, het wonder van een droom in het sonnet
Je mag de kracht van een poëet niet onderschatten
(Lobbertang: versvorm waarbij alle rijmwoorden bestaan uit letters, voorkomend in het laatste woord, dat tevens een anagram van het eerste rijmwoord moet zijn. Bedacht door Drs. P)
Naam: Gerrie Kneteman
Bijnaam: de Kneet
Nationaliteit: Nederlands
Geboren: 6 maart 1951, Amsterdam, Nederland
Overleden: 2 november 2004, Bergen (Noord-Holland), Nederland
Een lange erelijst. Kneteman wint vier keer de Ronde van Nederland. In 1978 wordt hij wereldkampioen bij de profs op de Nürburgring. Hij wint Parijs-Nice, de Ruta del Sol, de Ronde van de Middellandse Zee en de Ronde van België. Twee keer schrijft hij de Amstel Gold Race op zijn naam. Hij is acht dagen de gele truidrager in de Tour de France. Rijdt de Tour dertien keer en wint daarin tien (10!) etappes. In 1983 komt hij ten val in Dwars door België. Voor zijn leven wordt gevreesd. Na revalidatie keert hij toch nog terug in het peloton. En wint dan in 1985 voor de tweede keer de Amstel Gold Race. Behalve door zijn successen wordt hij bekend om zijn gevatte vernieuwingen van het wielerjargon.
Gerrie Kneteman
Van Moser won je in een sprint-à-deux.
Je ging, zei je, voor dood of gladiolen.
Vernieuwer van het wielertaalmilieu:
“Ze reden uitgewoond met open holen”,
en als je hen het snot voor ogen reed,
dan “harkten zij in waaiers van mongolen”.
Ze noemden jou gekscherend onze Kneet.
De clown en filosoof van ’t peloton,
die niet gespaard werd voor groot wielerleed.
Een auto die je niet vermijden kon,
maar dat jij je daarna weer oversteeg
toen je – hersteld – nog die klassieker won.
Jouw laatste vlucht bracht hier nog veel te weeg.
Je ging te vroeg. Dik vijftig en je zweeg.
klik hier voor een fijn kwatrijn: http://members.multiweb.nl/boulhart/boomkwatrijn.jpg
Door velen wordt ze aangeduid als zijnde het flamoesje,
dat klinkt aanmerk’lijk aardiger dan botweg klamme dot.
Of bruter nog: dan spreekt men van een kleffe druipsteengrot.
Veel vriendelijker is dan toch weer muisje dan wel poesje.
Hans Teeuwen houdt het op een natte la of zure sloot.
Eenvoudig als hij is noemt Youp van ’t Hek haar domweg kut.
Het ergste aller namen is beslist het woordje put,
dat past voor nog geen meter bij dit prachtig stukje schoot.
Ach, welke naam men haar ook geeft mij kan het niet veel
schelen.
Punani, schacht of schede, mossel, mösje, toefje, trut
of pruimpje, preutje, roosje, sneetje, oester dan wel frut,
‘k vind alles goed als ik er af en toe maar een mag strelen.
En hoe ze ook gekleed gaat, in een slip dan wel een stringetje,
ik vind haar sinds ik minnekoos het allerliefste dingetje.
Naam: Patsi Willekes
Bijnaam: de Pats
Nationaliteit: Nederlands
Geboren: 21 december 1928 Amsterdam, Nederland
Overleden: 26 oktober 2005 Fortaleza, Brazilië
Patsi Willekes is een wielrenner die zes jaar lang tot de smaakmakers van het dan zeer bloeiende Amsterdamse wielrennen behoort. Hij is een groot talent zowel op de weg als op de baan, maar heeft geen goed gevoel voor het beroepsrennen. Hij kan niet langdurig en doelgericht met iets bezig zijn. Hij is een man die enerzijds hunkert naar geborgenheid en liefde, maar anderzijds steeds terugschrikt voor de verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt. Hij krijgt honderden relaties over de hele wereld en iedere vrouw is direct de ware voor hem met wie hij de rest van zijn leven wil doorbrengen. Maar als het te dicht bij hem komt krijgt hij het Spaans benauwd en maakt hij de pleiterik, zoals ze dat in Amsterdam zeggen. Willekes is 77 jaar geworden.
De Pats
Het leven is een grote oceaan,
je weet van voren never waar je landt:
nu spoelt jouw doodsbericht hier bij mij aan.
Een goeie gozer maar een rare klant:
de onrust in je toges bleef maar gloeien,
je hebt veel schepen achter je verbrand.
Dàn vond je weer een vrouw die leek te boeien:
je maakte haar het hof en haast tot bruid,
je voelde in je ziel de liefde bloeien;
dàn kwam de schrik, je hield het niet meer uit.
De pleiterik, het was niet te vermijden:
die vrouwenogen prikten in je huid.
Je bent wel minstens honderd keer gescheiden.
Gelukkig dat je retehard kon rijden.
De Kelten zullen ondertussen wel verteerd zijn, dus kunnen we verder met onze reis.
Hiervoor steken we over naar Noord Europa, met een korte tussenstop op IJsland om even bij te komen met iets makkelijks.
Bovendien is het altijd leuk woorden te lezen die bestaan uit een heleboel letters achter elkaar die niets met elkaar te maken hebben.
IJsland dus. Daar gaan we:
Fornyrðislag
Dit metrum, met málaháttr, is de meestvoorkomende in de oude Germaanse, Anglo-Saksische en Noors-IJslandse poëzie. Het oorspronkelijk Germaanse metrum volgde niet strikt de lettergrepen - in principe 4 - maar had afwijkende voorschriften die nog steeds gebruikelijk zijn in IJsland, met nogal wat afwijkingen door veranderingen in de uitspraak in de loop der tijd.
De fornyrðislag is bekend vanaf 700 in Engeland: Beowulf is een voorbeeld.
Het wordt ook aangetroffen in Duitse poëzie vanaf de 8e eeuw en in Zweedse runen van de 9e eeuw.
Eerst niet zo strikt, maar in latere poëzie strenger gehandhaafd, werd het voorschrift dat iedere strofe uit acht regels moest bestaan (In Duitse en Engelse poëzie vier).
Een voorbeeld van Völuspá:
Hljóðs bið ek allar |
Stilte vraag ik van u allen, |
helgar kindir |
heilig nageslacht, |
meiri ok minni |
grote of geringe |
mögu Heimdallar |
zonen van Heimdallr. |
Vildu at ek Valföðr |
Wilt u, Valföðr (Odin), dat ik |
vel fyr telja |
helder verhaal |
forn spjöll fira |
aan stervelingen, de oude verhalen, |
þau fremst um man? |
herinneringen aan de oertijd? |
Lees meer: Een reis rond de wereld in 80 versvormen. Deel 64: IJsland
Hoezo ongemakken
Ze kunnen zomaar in je leven komen
En na bepaalde tijd gewoon weer gaan.
Ze laten de rivier van ons bestaan
Bij vreugde en verdriet wat harder stromen.
Je mag met hen altijd gezellig bomen
En kunt bij tegenwind van hen op aan.
Je weet : wordt jou door iemand wat misdaan
Dan zal voor jou het worden opgenomen.
Ze zijn je baas niet noch je concurrent.
Ze geven geen kritiek en geen bevelen
Maar wel een schouderklop of compliment.
Je hoeft met hen geen huis of bed te delen.
Ze nemen jou gewoon zoals je bent
En zullen jou niet zoenen of gaan strelen.
Om dit sonnet te lezen een maal aanklikken en daarna nog een keer
Het voorjaar start met nukken en met grillen.
De lentemaand doet ledematen rillen,
dan weer vertoont ze zonniger gedrag.
We speuren tevergeefs naar blote buiken.
Het is voorlopig nog geen rokjesdag,
geen vrolijk wuiftextiel om blije billen.
De lente wandelt trager dan wij willen.
Het vroege voorjaar: tijd voor zelfbeklag.
Bespeuren we al kriebels in de buiken?
We merken dat de wereld gaat ontluiken:
de krokuspuntjes in verlopen gras,
de katjes en de knoppen aan de struiken,
het eerste lam, het eerste eendenkuiken.
Ja, het is prachtig achter dubbel glas.
14 maart (3/14 voor Amerikanen) is Pi-dag. Daarom vandaag een pi-sonnet
Wanneer ik fris en glad geschoren voor de spiegel sta
om me te kleden voor een mooie avond Opera
of een diner voor twee in restaurant ~Chictroelala~
dan wel met nabestaanden van een vriend naar ‘t kerkhof ga
en dan het brede lange taps gevormde linkerdeel
van de beschaafde zacht getinte stropdas rond mijn keel
voor doorsteek twee keer om het korte rechter eindje sla
besluipt me deze niets ter zake doende vraag al dra,
van hoeveel moerbeiblad verslond het nijver rupsenbeest
totdat zijn lijfje voor het poppen mollig was bevleesd
en er voldoende energie in ’t kwieke diertje zat,
voor ‘t spinnen van de zijden draad die Gucci nodig had
-van op zijn minst zo’n zestig kilometer naar ik schat-
ter fabricage van mijn luxe feest-en-treurcravat?
In een hoekje
Van ons tuintje
Groeit de wilde
Marjolein,
In de keuken
Alleskunner,
Want ze geurt en
Smaakt heel fijn.
Oregano
Is de naam waar-
Onder Griek
En Turk haar mint.
Ook is zij de
Pizzakruider,
Dat weet bijna
Ieder kind.
Uit de kunst
‘De mannen domineerden steeds de kunst
En vrouwen worden nauwelijks genoemd:
Die moesten steeds bordurend binnenblijven!’
‘Dat mens Van Schurman was toch heel beroemd?
Die kon mooi schilderen en ook goed schrijven
En werd geprezen om haar meesterschap!
Nee, echt talent komt altijd bovendrijven
En al die mannen vonden haar heel knap
Ze dongen ellebogend om haar gunst
Je hebt, al is het nog zo spijtig Truus
Dus voor je niet-beroemd zijn geen excuus’
Anna Maria Schurman (1607 - 1678) werd ‘de Sappho van de Lage Landen’ genoemd.
Deze opmerkelijke vrouw sprak en schreef tusen de twaalf en vijftien talen, schreef gedichten in het Latijn, kalligrafeerde (en net zo gemakkelijk in het Arabisch en Hebreeuws) en telde onder haar vrienden Descartes en koningin Christina van Zweden.
ik vond het echt een doodnormale vraag
begreep dus niets van woedende verwijten
en waarom ging zij met serviesgoed smijten
zij kreeg een driftbui, ik de volle laag
ze ging met haar vriendinnen naar Den Haag
om daar wat vrouwenmeninkjes te slijten
en voor de onderdrukten (?) te gaan pleiten
ik gunde haar die blije uurtjes graag
nee heus, er was geen sprake van geplaag
ik ben geen macho, walg van flauwiteiten
mijn schat mocht best een heerlijk dagje geiten
ik zat alleen met één ding in de maag
ik vroeg haar slechts (waarom moet dit me spijten):
maar lief, wie zet er koffie dan vandaag?
Stichting Feest der Poëzie presenteert de Salon der Verzen, een bijzondere belevenis met poëzie, muziek en magie. Op zondag 18 maart vindt deze voorstelling plaats in de stijlvolle ambiance van het Plantsoentheater te Leiden.
De dichters van het Feest der Poëzie, Mieke van Zonneveld, M.A.W. Ouderyte, Lennard van Rij en Simon Mulder, dragen voor. Zij doen dat o.a. uit hun bijdragen aan Avantgaerde, een uit lood gezet, op een drukpers uit 1913 gedrukt en handgebonden periodiek voor de dichtkunst.
Ook is er muziek van sopraan-pianoduo Susanne Winkler en Daan van de Velde met klassieke liederen, waaronder liederen van vergeten 19e-eeuwse Nederlandse componisten, en een magische act van verwonderaar Arjan van Vembde, die poëzie en goochelkunst verenigt. U proeft de sfeer van een 19e-eeuwse salon!
Datum, tijd: 18 maart 2012
Zaal open: 15 uur, aanvang: 15:30 uur, afloop: 17:00 uur
Entree: 22,50 euro (incl. koffie/thee)
Locatie: Theaterhuis Het Plantsoentheater, Plantsoen 45, Leiden
Reserveren: www.plantsoentheater.nl/kaartverkoop of 06-48151584
Meer informatie over het Plantsoentheater: www.plantsoentheater.nl
Meer informatie over Stichting Feest der Poëzie en de Salon der Verzen: www.feestderpoëzie.nl
Oh Lutz Jacobi
Oh dijk van een vrouw!
Méér dan de camera
Hou ik van jou.
Zo onbevangen
Zo eerlijk, zo Lutz!
Naast jou is Samsom
Een watje, een muts.
Weg met Albayrak
En weg met die hoed!
Lutz aan het roer
Geeft de burger weer moed.
Ik was voor Diederick
Tot ik jou zag.
Lutz als première:
Gelukkig die dag!