Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 12.
Ik ween om bloemen in de knop gebroken En voor de ochtend van haar bloei vergaan
Ik ween om bloedjes die op ongewroken En hulpeloze arme bloempjes staan
Men roept wel dat m’n in de knop gedoken Geknakte bloem, geen grond is voor een traan
En dat een nieuwe tijd is aangebroken Waarin men mietjes zoals mij zal slaan
De woede van het volk is snel ontstoken En voor de ochlocraat* breekt nu ruim baan
En net heeft onze Majesteit gesproken (En droomde zuchtend van háár bloeitijd, aan
De tijd van warmte in haar kille knoken) Ach, hoe dan ook zal het mij slecht vergaan
*volksmenner
Ik vang de laatste tijd onderdrukt gemopper op, dat die Angelsaksiche versvormen niets voorstellen en veel te weinig een beroep doen op het ongelooflijk diepe denkvermogen van de hoogbegaafde Nederlandse plezierdichters. Om maar te zwijgen van de plezierdichteressen. Hier dus maar een Britse breinbreker om de tanden op stuk te bijten; de pleiade. De pleiade is bedacht door de Britse schrijfster en dichteres Vera Rich. De vorm ontleent zijn naam aan het zevengesternte in het sterrenbeeld Stier en bevat zeven coupletten. De eerste twee regels worden in de volgende coupletten herhaald op de manier als in het voorbeeld, ze blijven dus op hun plaats. Elke regel is een jambische pentameter, dus de herhalingen hebben respectievelijk 4, 4, 2, 4, 4 en 2 lettergrepen. Dat is alles. Wie het zich minder moeilijk wil maken dan ik gedaan heb, zorgt ervoor dat de afbrekingen niet midden in een woord vallen, maar het leek me aardig, als extra handicap, uit te gaan van bekende dichtregels in het openingscouplet. Dat maakt deze vorm een stuk spannender. Het is dus geen voorschrift, maar de vorige vormen waren zo makkelijk dat ik een extra uitdaging wel wenselijk vond.
Willie wist maar een paar reacties los te maken en dat verbaasde me niet echt, al is het moeilijker een originele te maken dan de meeste mensen denken. (Ik ga er maar gewoon van uit dat ze dat denken). Dan maar verder met onze reis en nu iedereen een beetje is bijgekomen van het Stuk wordt het tijd iets aardigs te zeggen van de Angelsaksen, waar ik zo op gemopperd heb. Er worden door hen wel degelijk ook nieuwe versvormen ontwikkeld. En het Stuk was ook een mooie en voorzichtige inleiding in de Dorsimbra, omdat die een combinatie vormt van een ouderwetse, degelijke en beproefde vorm en modern vrij vers. Deze vorm is ontwikkeld door Frieda Dorris, Robert Simonton en Eve Braden (‘verklaar de naam Dorsimbra’) en bestaat uit drie coupletten van elk vier regels:
Couplet 1: vier regels als in een Shakespearesonnet (pentameter en rijmschema abab) Couplet 2: vier korte en pittige regels in vrij vers Couplet 3: vier regels in pentameter en blank vers; de slotregel is gelijk aan de beginregel.
Overlopen van de zinnen van het ene naar het andere couplet en binnenrijm (binnenhalfrijm) kunnen helpen de innerlijke samenhang te versterken. Een aardige vorm met mogelijkheden. Een voorbeeld:
De pandabeer maakt veel gevoelens los: Die zwarte vlekken in die witte kop Dat kleurt zo prachtig bij het bamboebos En dan dat neusje als van zoete drop!
En dat loopt de godganselijke dag Bamboevretend en Slingerschijtend Rond te sloffen!
Wat is dat nou voor specialisatie Alleen maar bamboe eten en niets meer? Zo vráág je om extinctie, stommeling! De pandabeer maakt veel gevoelens los
Een aardige vondst, niet moeilijk, maar met een heel eigen sfeer. Ik wacht handenwrijvend op de inzendingen.
Willie in a nice new sash, Fell in the fire and burned to ash. Now, although the room grows chilly, I haven't the heart to poke poor Billy.
De Little Willie is een in principe vierregelig versje met doorgaans rijmschema aabb, maar abab enzovoort worden ook aangetroffen. Het metrum is meestal een trochee (kort-lang) en wil nog wel eens rammelen. Kortom, typisch een versje dat in de volksmond ontstaat en de meeste zijn dan ook van anonieme schrijvers. Er wordt gewoonlijk een gruwelijke handeling in verricht door een gruwelijk kind, verteld op luchthartige toon, waar dan door omstanders laconiek of hooguit licht geïrriteerd op wordt gereageerd. Dit kind is meestal Little Willie geheten.Wanneer en waar het personage Little Willie is ontstaan is met raadselen omgeven.
De vroegste vermelding is in The Manzanar Free Press (een krant uitgegeven in een interneringskamp in de V.S. waar gedurende de tweede wereldoorlog Japanse Amerikanen waren opgesloten): ‘it was in the Nov. 14 (1942) Saturday issue of the Free Press when Little Willie was born. It was then that Little Willie shothis sister rat-tat-tat.”
Maar anderen spreken dit tegen en beweren dat hij al vroeger bestaan moet hebben. Duidelijk is wel dat de inspiratiebron ligt in het boekje Ruthless Rhymes for Heartless Homes van Harry Graham uit 1899, hoewel daar geen enkele Willie in voorkomt.Niet alleen bevatten de versjes hierin de sfeer en het model van de Little Willies, maar veel doen nog steeds de ronde met nu Willie in de plaats van de oorspronkelijke personages.
De beroemdste Little Willie is het openingsversje en die komt het dichtst in de buurt: die heet Billy in de bundel. De Ruthless Rhymes van Graham hebben velen geïnspireerd, ook onze John O’Mill wiens werk helemaal dezelfde sfeer ademt. Beroemd zijn zijn regels:
Het reusachtige continent Noord-Amerika heeft veel voortgebracht, maar weinig versvormen. Het higgledy-piggledy maakt natuurlijk wel veel goed, maar verder kunnen ze daar eigenlijk enkel pochen op William Cole (1919-2000), die een boekje uitbracht met tweeregelige versjes, Uncoupled couplets, waarin de eerste regel bestaat uit een bekende dichtregel, die in de tweede onderuit gehaald wordt. Het wordt daar als een innovatieve versvorm beschouwd, dus vooruit dan maar:
Robert Herrick Whenas in silks my Julia goes, The outline of her girdle shows.
Robert Herrick Gather ye rosebuds while you may But take your little pill each day.
Thomas Campion There is a garden in her face; Her dermatologist has the case.
Algernon Charles Swinburne
When the hounds of spring are on winter’s traces, The rich take off for warmer places
Niet echt opzienbarend, wel een aardig idee. Drs. P heeft het in het Nederlands ook volbracht in zijn boekje Antartica, onder de schuilnaam Coos Neetebeem en zich daarbij niets aangetrokken van de tweeregeligheid, wat zeker geen slecht idee was. Zijn Sikkels blinken/ Sikkels klinken/ Ruisend valt hetgraan/ Als je iemand weg ziet hinken/ Heeft hij ’t heeft fout gedaan is een klassieker geworden. Bezint eer je hieraan begint, want het duiveltje van de flauwiteit staat hier enthousiast bij te springen.
Versvormen, het onmisbare werk van Drs.P, bevat (zoals de titel al voortijdig verraadt) versvormen, maar compleet is het natuurlijk niet en daar streeft het ook niet naar, hoewel de belangrijkste erin staan. Maar in vele landen heersen barre winters waarin kleumende barden niets anders te doen hebben dan merkwaardige vormen bijeen te mompelen in de lange, donkere avonden terwijl andere beschavingen zo oud zijn dat alleen door de tijd al versstructuren voortgebracht zijn die zich gehandhaafd hebben door bruikbaarheid. Daar zit vast wel wat leuks bij voor ons, wat wel bleek door de Duitse week die we vorig jaar hielden.
Aangemoedigd door dat succes hebben we besloten om het groter aan te pakken: we gaan een reis rond de wereld maken in 80 versvormen. Eerst door Europa, waarbij we Afrika en passant meepakken en dan verder naar het geheimzinnige Oosten. Onze reis begint in Groot Brittannië, dan hebben we dat gehad en voor het gemak tellen we daar de U.S.of A. bij, dan hebben we de Angelsaksen en de Kelten achter de rug. Jawel, een reis rond de wereld zou daar dan moeten eindigen als we naar het Oosten reizen, net als Phileas Fogg, maar die verrekte Balthasar van Stavelnaere gooit op het forum het hele reisschema in de war met zijn dubbele amfibrachys, dus daar beginnen we dan maar mee.
De sonnettine is een uitvinding van Jan Boerstoel, al bedacht Drs. P de naam. Het bestaat uit twee vierregelige strofen en sluit af met een distichon. De sonnettine heeft bij voorkeur een theatraal slot.
Deze versvorm is ontstaan toen Jan Boerstoel voor een reclamebureau een minipoëzieboekje moest schrijven. Het boekje, Poésie d'Amour, bevat een rondeel én de zeven ‘oersonnettines'. Boerstoel schreef de gedichten voor de Franse promotie-organisatie Sopexa. Het boekje moest aan de hals van een fles Bergeracwijn bevestigd worden. Aanvankelijk koos Boerstoel voor (shakespeare)sonnetten, maar daar bleek te weinig ruimte voor te zijn. Dus besloot hij een kwatrijn weg te laten.
Inmiddels schreef hij honderden sonnettines en werd de versvorm opgepikt door andere dichters.
Rijmschema
abba cddc ee ook abba abba cc komt voor.
Overige informatie
In het begin was uitvinder Jan Boerstoel zeer streng met zijn nieuwe vorm. Laten werd hij losser in de leer. Werd het gedicht in het begin altijd met een distichon afgesloten, later kwam de clou ook wel eens pas met de laatste regel. Verder is ook het geslacht van rijmen minder vast geworden. Het maakte steeds minder uit of een versregel mannelijk, vrouwelijk of glijdend rijmend eindigde. Geleidelijk aan is hij ook meer gaan enjamberen. Wat gebleven is (en blijft) is het omarmend rijm en het bij voorkeur ‘theatrale' slot. Zeer de moeite waard voor vrijwel alle onderwerpen.
Meer informatie
Zie Poésie d'Amour, Jan Boerstoel, 1983 Zie ook 'Veel werk', Jan Boerstoel, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2000
Dessert
Hier weten ze de eetlust op te wekken! Maar wij zijn voor vanavond uitgesmuld. De kip was ongeloofelijk gevuld om maar te zwijgen van de ganzennekken.
Moeten wij nu nog pêches des vignes eten, temidden van de wijngaard opgegroeid? De wijn heeft al zo rijkelijk gevloeid, dat ik nu van geen perzik meer wil weten.
En dan, hoe goed het nagerecht ook zij, het beste komt hierna en dat ben jij.
Hieronder zie je het beroemde spelling checker poem, ontelbare malen in ontelbare versies te vinden op internet, meestal onder de naam 'Anonymous'.
Dit is de oorspronkelijke versie van Jerry Zarr uit 1992. Dit moet toch ook in het Nederlands kunnen. Benieuwd wie hier zijn tanden op stuk wil bijten.
CANDIDATE FOR A PULLET SURPRISE
I have a spelling checker. It came with my PC. It plane lee marks four my revue Miss steaks aye can knot sea.
Eye ran this poem threw it, Your sure reel glad two no. Its vary polished inn it's weigh. My checker tolled me sew.
A checker is a bless sing, It freeze yew lodes of thyme. It helps me right awl stiles two reed, And aides me when aye rime.
Each frays come posed up on my screen Eye trussed too bee a joule. The checker pours o'er every word To cheque sum spelling rule.
Bee fore a veiling checkers Hour spelling mite decline, And if we're lacks oar have a laps, We wood bee maid too wine.
Butt now bee cause my spelling Is checked with such grate flare, Their are know faults with in my cite, Of nun eye am a wear.
Now spelling does knot phase me, It does knot bring a tier. My pay purrs awl due glad den With wrapped words fare as hear.
To rite with care is quite a feet Of witch won should bee proud, And wee mussed dew the best wee can, Sew flaws are knot aloud.
Sow ewe can sea why aye dew prays Such soft wear four pea seas, And why eye brake in two averse Buy righting want too pleas.
Jerry Zar, 29 June 1992
Jerrold H. Zar Graduate School Northern Illinois University DeKalb, IL 60115
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Op de contrabas wordt al een aantal dagen druk gediscussieerd over de kweekvijverfunctie van literaire tijdschriften. De discussie vindt plaats naar aanleiding van een scriptie van Bart Temme over dit onderwerp. Hier vind je flink wat informatie en hier lopen de gemoederen hoog op en kun je lekker mee babbelen.
Jaap van den Born is ook de kelder maar eens ingedoken en vond daar maar liefst twee balladen, verzonden aan Drs. P voor zijn verjaardag: één voor zijn achtenzestigste verjaardag en één met dezelfde rijmwoorden (jawel: dat heet een bout rimé, zie bij versvormen) voor zijn tachtigste. Als je dacht dat hij dat deed uit tijdsbesparing moet je het maar eens proberen. Hij heeft het Drs. P niet verteld en die heeft niets gemerkt en dat heet een binnenpretje.
Hier zijn ze:
1987
U hoort het goed, er is vandaag een feest Want P verjaart – was u dat soms ontschoten? – Wiens poëzie zelfs kreupelen geneest Als dichter Koning, Grootste van de Groten Een stroom van hechtberijmde anecdoten - En alles zonder plakselpot of schaar – Is aan zijn immer werkzaam brein ontsproten En dat nu al weer achtenzestig jaar
Hoewel we het normaal helemaal niet hebben op 'vrije dichters', maken we voor Simon Vinkenoog graag een uitzondering. Zoals je ongetwijfeld weet, is zijn rechterbeen onlangs geamputeerd. Op het hoofdkantoor lezen we dagelijks het laatste nieuws op zijn site. Het is voor zwaarmoedige light-versedichters bijzonder vreemd om te zien hoe ongeloofelijk positief hij met de amputatie omgaat.
Vanochtend haalden we op het hoofdkantoor met een flinke zak Skunk en een mooie blok rode Libanon herinneringen aan Vinkenoog op. Zo herrinnerde een van onze redacteuren zich zijn gulheid toen er iets voor het goede doel georganiseerd werd. Een ander vertelde glimlachend dat hij door Vinkenoog ooit bij een wedstrijd de grootste dichter van de avond was genoemd. De overige redactieleden knikten instemmend, ook zij hadden dit weleens meegemaakt. 'En toen bij die Red de Paddo demonstratie, toen ging hij ook helemaal los,' juicht een aspirant-redactielid opgewonden. En wat te denken van die ene keer, toen... Inderdaad, het bleef nog lang een ongeloofelijk mooie dag.
Fourth of July, how sweet it sounds, As every year it rolls around. It brings active joy to boy and man, This glorious day throughout our land.
We hail this day with joy and pride, And speak of our forefathers who died; Who fought for liberty in days of yore, And drove the British from our shore.
We, as descendants of that race, Should not now our land disgrace. Arise, freeman, arise once more, Be earnest as in the days of yore.
Je weet het vast nog wel, een tijdje terug organiseerden we de veertiendaagse ollekebollekeweek, naar aanleiding van de ollekebollekewedstrijd die boekhandel Ongerijmd organiseerde, naar aanleiding van de verschijning van het boek Zeslettergrepigheid, het boek dat Cees van der Pluijm samenstelde uit de ollekebollekes van Drs. P. Nu zijn onze collega's van De gevulde pastinaak (Uw levendige internetplek voor scherpzinnige en technisch hoogstaande light-verse poëzie, geschreven door auteurs met hilarische namen.) ook met een ollekebollekeweek begonnen. Laten we er het beste maar van hopen. Dat er in elk geval geen vijflettergrepige woorden met de klemtoon op de tweede lettergreep in regel zes staan...
Nur Naseweisheit ist es, Freuds Gedanken Quacksalberei! Es ist ein Jammer für die Geisteskranken Quacksalberei! Das er doch einen Lehrstuhl kriegt! Die Therapie die wirkt ja nicht Man muß mit so 'nem Typ wohl zanken Quacksalberei!
Ich kann mir manche Beute hier gewinnen Im Schwarzen Wald Ich spüre einen starken Drang von innen Im Schwarzen Wald Der Pilger und sein Pilgerstab Der Kaufmann der sich übergab: Man hört das Opferblut nicht rinnen Im Schwarzen Wald