‘De wereld is een schouwtoneel
Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel’
O ja? wat Vondel hier verzwijgt
Is dat je steeds te weinig krijgt en nooit te veel
De wereld is een loterij
Een prijzenpot zit er niet bij
En doodgaan is ons aller lot
Ontkom je dan de wraak van God, wees dan maar blij!
De Florette is ontworpen door de Engelsman Jan Turner en bestaat uit twee of meer vierregelige coupletten met het rijmschema aaba.
Ik zie daar iemand ijverig zijn vinger opsteken en hoor geroep van ‘oosters kwatrijn’ en inderdaad, het is een variant op deze vorm; het verschil zit hem in het metrum: driemaal vierjambig en de laatste regel zesjambig.
En in het b-rijm dat in de laatste regel terugkomt in de vierde jambe als binnenrijm.
Het heet Florette omdat, zegt Jan, ‘de laatste regel als een kleine bloem oprijst en de voorgaande regels omvouwt ‘. Het is goed, Jan.
Wat hij daarmee precies bedoelt wordt in zijn voorbeelden in elk geval niet helemaal duidelijk.
Het lijkt me dat de opzet is dat je in de drie regels een betoog opbouwt en in de laatste een al dan niet woedende, verbaasde, in elk geval min of meer emotionele conclusie te berde brengt, maar zelf begint hij daarmee vaak al in de derde regel. De scherpzinnige lezer ziet dat ik dat in dit voorbeeld ook doe in het eerste couplet.
Geen opzienbarende vorm, maar wel een aardige variant en iets uitdagender dan het oosters kwatrijn.
Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 17, een drieregelig kwatrijn...
Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 16.
Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 15.
Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 14.
Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 13.
Met de feestdagen achter de rug, het nieuwe jaar weer op gang en de goddank ingevallen dooi bejubeld, kunnen we weer aan de slag met een versvorm die wat meer voorstelt.
De virelai post-moderne is bedacht door Bob Newman en heeft als voornaamste eigenschap dat het rijm uit de pas loopt met het metrische patroon.
Een voorbeeld ter verduidelijking, want jullie stommelingen snappen natuurlijk weer niet wat ik bedoel (al moest ik zelf ook even nadenken):
Virelai post-moderne
Zeg, ken jij ook de mosselman
Die ons met mosselen verwent
Recht uit de zee?
Zo’n overheerlijk mosselmaal
Met prei en wortel in een pan?
Raffinement!
Nou, ken je die? Wat zeg je? Nee?
Jou onbekend als provinciaal?
Nou, jammer dan
Maar je kent wél de vissenvent?
Dan neem ik je toch daarheen mee?
En ik betaal
Het metrische patroon herhaalt zich hier na elke drie regels, terwijl het rijm om de vier regels herhaald wordt (abcd abcd abcd). Om goed uit te komen zijn hier dus 3 maal 4 (of 4 maal 3, als je uitgaat van het metrum) regels nodig. Duidelijk? Aan de slag!
Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 12.
Ik ween om bloemen in de knop gebroken En voor de ochtend van haar bloei vergaan
Ik ween om bloedjes die op ongewroken En hulpeloze arme bloempjes staan
Men roept wel dat m’n in de knop gedoken Geknakte bloem, geen grond is voor een traan
En dat een nieuwe tijd is aangebroken Waarin men mietjes zoals mij zal slaan
De woede van het volk is snel ontstoken En voor de ochlocraat* breekt nu ruim baan
En net heeft onze Majesteit gesproken (En droomde zuchtend van háár bloeitijd, aan
De tijd van warmte in haar kille knoken) Ach, hoe dan ook zal het mij slecht vergaan
*volksmenner
Ik vang de laatste tijd onderdrukt gemopper op, dat die Angelsaksiche versvormen niets voorstellen en veel te weinig een beroep doen op het ongelooflijk diepe denkvermogen van de hoogbegaafde Nederlandse plezierdichters. Om maar te zwijgen van de plezierdichteressen. Hier dus maar een Britse breinbreker om de tanden op stuk te bijten; de pleiade. De pleiade is bedacht door de Britse schrijfster en dichteres Vera Rich. De vorm ontleent zijn naam aan het zevengesternte in het sterrenbeeld Stier en bevat zeven coupletten. De eerste twee regels worden in de volgende coupletten herhaald op de manier als in het voorbeeld, ze blijven dus op hun plaats. Elke regel is een jambische pentameter, dus de herhalingen hebben respectievelijk 4, 4, 2, 4, 4 en 2 lettergrepen. Dat is alles. Wie het zich minder moeilijk wil maken dan ik gedaan heb, zorgt ervoor dat de afbrekingen niet midden in een woord vallen, maar het leek me aardig, als extra handicap, uit te gaan van bekende dichtregels in het openingscouplet. Dat maakt deze vorm een stuk spannender. Het is dus geen voorschrift, maar de vorige vormen waren zo makkelijk dat ik een extra uitdaging wel wenselijk vond.
Willie wist maar een paar reacties los te maken en dat verbaasde me niet echt, al is het moeilijker een originele te maken dan de meeste mensen denken. (Ik ga er maar gewoon van uit dat ze dat denken). Dan maar verder met onze reis en nu iedereen een beetje is bijgekomen van het Stuk wordt het tijd iets aardigs te zeggen van de Angelsaksen, waar ik zo op gemopperd heb. Er worden door hen wel degelijk ook nieuwe versvormen ontwikkeld. En het Stuk was ook een mooie en voorzichtige inleiding in de Dorsimbra, omdat die een combinatie vormt van een ouderwetse, degelijke en beproefde vorm en modern vrij vers. Deze vorm is ontwikkeld door Frieda Dorris, Robert Simonton en Eve Braden (‘verklaar de naam Dorsimbra’) en bestaat uit drie coupletten van elk vier regels:
Couplet 1: vier regels als in een Shakespearesonnet (pentameter en rijmschema abab) Couplet 2: vier korte en pittige regels in vrij vers Couplet 3: vier regels in pentameter en blank vers; de slotregel is gelijk aan de beginregel.
Overlopen van de zinnen van het ene naar het andere couplet en binnenrijm (binnenhalfrijm) kunnen helpen de innerlijke samenhang te versterken. Een aardige vorm met mogelijkheden. Een voorbeeld:
De pandabeer maakt veel gevoelens los: Die zwarte vlekken in die witte kop Dat kleurt zo prachtig bij het bamboebos En dan dat neusje als van zoete drop!
En dat loopt de godganselijke dag Bamboevretend en Slingerschijtend Rond te sloffen!
Wat is dat nou voor specialisatie Alleen maar bamboe eten en niets meer? Zo vráág je om extinctie, stommeling! De pandabeer maakt veel gevoelens los
Een aardige vondst, niet moeilijk, maar met een heel eigen sfeer. Ik wacht handenwrijvend op de inzendingen.
Willie in a nice new sash, Fell in the fire and burned to ash. Now, although the room grows chilly, I haven't the heart to poke poor Billy.
De Little Willie is een in principe vierregelig versje met doorgaans rijmschema aabb, maar abab enzovoort worden ook aangetroffen. Het metrum is meestal een trochee (kort-lang) en wil nog wel eens rammelen. Kortom, typisch een versje dat in de volksmond ontstaat en de meeste zijn dan ook van anonieme schrijvers. Er wordt gewoonlijk een gruwelijke handeling in verricht door een gruwelijk kind, verteld op luchthartige toon, waar dan door omstanders laconiek of hooguit licht geïrriteerd op wordt gereageerd. Dit kind is meestal Little Willie geheten.Wanneer en waar het personage Little Willie is ontstaan is met raadselen omgeven.
De vroegste vermelding is in The Manzanar Free Press (een krant uitgegeven in een interneringskamp in de V.S. waar gedurende de tweede wereldoorlog Japanse Amerikanen waren opgesloten): ‘it was in the Nov. 14 (1942) Saturday issue of the Free Press when Little Willie was born. It was then that Little Willie shothis sister rat-tat-tat.”
Maar anderen spreken dit tegen en beweren dat hij al vroeger bestaan moet hebben. Duidelijk is wel dat de inspiratiebron ligt in het boekje Ruthless Rhymes for Heartless Homes van Harry Graham uit 1899, hoewel daar geen enkele Willie in voorkomt.Niet alleen bevatten de versjes hierin de sfeer en het model van de Little Willies, maar veel doen nog steeds de ronde met nu Willie in de plaats van de oorspronkelijke personages.
De beroemdste Little Willie is het openingsversje en die komt het dichtst in de buurt: die heet Billy in de bundel. De Ruthless Rhymes van Graham hebben velen geïnspireerd, ook onze John O’Mill wiens werk helemaal dezelfde sfeer ademt. Beroemd zijn zijn regels:
Het reusachtige continent Noord-Amerika heeft veel voortgebracht, maar weinig versvormen. Het higgledy-piggledy maakt natuurlijk wel veel goed, maar verder kunnen ze daar eigenlijk enkel pochen op William Cole (1919-2000), die een boekje uitbracht met tweeregelige versjes, Uncoupled couplets, waarin de eerste regel bestaat uit een bekende dichtregel, die in de tweede onderuit gehaald wordt. Het wordt daar als een innovatieve versvorm beschouwd, dus vooruit dan maar:
Robert Herrick Whenas in silks my Julia goes, The outline of her girdle shows.
Robert Herrick Gather ye rosebuds while you may But take your little pill each day.
Thomas Campion There is a garden in her face; Her dermatologist has the case.
Algernon Charles Swinburne
When the hounds of spring are on winter’s traces, The rich take off for warmer places
Niet echt opzienbarend, wel een aardig idee. Drs. P heeft het in het Nederlands ook volbracht in zijn boekje Antartica, onder de schuilnaam Coos Neetebeem en zich daarbij niets aangetrokken van de tweeregeligheid, wat zeker geen slecht idee was. Zijn Sikkels blinken/ Sikkels klinken/ Ruisend valt hetgraan/ Als je iemand weg ziet hinken/ Heeft hij ’t heeft fout gedaan is een klassieker geworden. Bezint eer je hieraan begint, want het duiveltje van de flauwiteit staat hier enthousiast bij te springen.
Wij willen kerken en zelfs kathedralen.
Wij willen graag een recreatieplas.
Want bouwen willen we, maar ook natuur.
Wij willen zondag, soms met winkeltas.
Wij willen leven, ongeacht het uur.
Wij willen herten en wij wilden zwijnen.
Wij willen een museum voor cultuur.
Wij willen dansen op de grote pleinen.
En 's avonds laat dan willen we verdwalen.
Zo willen wij in Ede nogal wat;
ons dorp verdient een dichter voor die stad.
Vandaag kiest Ede (befaamd om zijn bruikbaarheid in kruiswoordraadsels) een eigen stadsdichter in Cultura, om 20.00 uur. Acht kandidaten strijden om de eer, onze zeer gewaardeerde Hetvrijeversmederker Arjan Keene is een van hen en hierboven staat zijn sollicitatiegedicht. Willen de HVV-enthousiastelingen die hem vanavond gaan aanmoedigen hun auto wél buiten het stadscentrum parkeren? Dit om hopeloze verstoppingen te voorkomen.